Hoe gebruik ik begrijpjelichaam.nl
Eenvoudig communiceren over veelvoorkomende klachten en aandoeningen met laaggeletterde patiënten.
Begrijp je Lichaam is praktisch voorlichtingsmateriaal over het menselijk lichaam en veelvoorkomende klachten waarin gebruik wordt gemaakt van eenvoudige anatomische afbeeldingen en teksten.
Professionals zoals huisartsen, verpleegkundigen en praktijkondersteuners, kunnen dit voorlichtingsmateriaal gebruiken om hun uitleg en gegeven adviezen beter af te stemmen op patiënten, die onvoldoende kunnen lezen en schrijven of beperkt gezondheidsvaardig zijn. Deze patiënten missen vaak basiskennis over hun eigen lichaam, over veelvoorkomende klachten en over behandelmethoden. Hierdoor begrijpen zij niet wat de huisarts zegt en waarom er bepaalde adviezen worden gegeven.
Dit voorlichtingsmateriaal is ontwikkeld samen met laaggeletterde patiënten, huisartsen en praktijkondersteuners.
Begrijp je Lichaam behandelt de volgende klachten en aandoeningen rondom de thema’s:
- Hart- en vaatstelsel
- Luchtwegen
- Maag- darmstelsel
- Diabetes
- Seksualiteit en voortplanting
Begrijp je lichaam wordt steeds uitgebreid met nieuwe thema’s.
Begrijp je lichaam in de praktijk
Bij deze thema’s vindt u een aantal klachten of aandoeningen die aan de hand van afbeeldingen toegelicht worden. Deze afbeeldingen zijn een hulpmiddel om met uw patiënt in gesprek te gaan. Het aantal afbeeldingen per klacht of aandoening verschilt. Naast afbeeldingen zijn er ook ondersteunende teksten die u kunt gebruiken in uw communicatie met laaggeletterde patiënten. De afbeeldingen kunnen uitgeprint worden.
Hoe gebruikt u de afbeeldingen?
1. Volgorde afbeeldingen per aandoening. Eerst algemeen daarna pas details.
Een klacht of aandoening begint altijd met het algemene verhaal. Pas daarna komen de details. Bijvoorbeeld: vertel eerst iets over de loop van de bloedvaten door het lichaam en ga daarna in op wat een bloedvatvernauwing is. U laat daarbij altijd eerst het ‘gezonde’ bloedvat zien, daarna het zieke. Dit geldt ook voor de andere aandoeningen.
2. Steeds 1 afbeelding, niet allemaal tegelijk
Laat niet alle afbeeldingen tegelijk zien, maar een voor een. U neemt als het ware de patiënt mee in de materie door steeds een afbeelding te laten zien, uitleg te geven, en dan pas de volgende afbeelding. Aan het einde laat u alle afbeeldingen op een rij zien. Bijvoorbeeld Hartkramp: deze begint met afbeelding van gehele lichaam, en wordt steeds specifieker naar in totaal vier afbeeldingen.
3. Afbeeldingen kunnen meerdere keren terugkomen
Door eerst te beginnen met het algemene verhaal en daarna steeds gedetailleerder uit te leggen, komen een aantal afbeeldingen meerdere keren terug. Bijvoorbeeld bij het maag- darmstelsel, daar begint de uitleg bij elke klacht of aandoening met de algemene plaat van het lichaam met de buikorganen.
4. Uitleg tekst bij afbeelding wordt niet als één geheel getoond
De uitleg teksten die horen bij de afbeelding staan niet automatisch in beeld bij de bijbehorende afbeelding. Dit is een bewuste keuze. Wanneer patiënten de tekening en tekst tegelijk zien, is de kans groot dat zij de tekst proberen te lezen. Lezen en tegelijk luisteren en de informatie tot je door laten dringen is dan heel lastig. Daarom staat in de tekeningen geen tekst. U kunt wel ‘toon tekst’ aanklikken om alsnog de tekst te lezen of te gebruiken bij uw uitleg. De teksten dienen als geheugensteuntje en hoeven niet letterlijk voor gelezen te worden.
5. Tekst in eenvoudig Nederlands; doseer en prioriteer
De teksten zijn geschreven in eenvoudig Nederlands. Bij patiënten die weinig voorkennis hebben, weinig weten over het menselijk lichaam of niet goed de Nederlandse taal begrijpen, helpt het wanneer u de informatie eenvoudig vertelt. Geef niet teveel informatie, doseer en prioriteer wat belangrijk is voor de patiënt om te weten. Als u merkt dat de patiënt meer wilt weten kunt u natuurlijk meer vertellen.