Je hele lichaam heeft zuurstof nodig. De longen zorgen hier voor. Zuurstof zit in de lucht. We ademen lucht in door de mond of door de neus. De lucht komt dan in de luchtpijp. De luchtpijp brengt de lucht naar de longen. In de longen wordt het zuurstof uit de lucht gehaald en aan je bloed gegeven. Het bloed brengt het zuurstof naar je hele lichaam.
We ademen lucht in door de mond of door de neus. De neus maakt de lucht warm en houdt stof tegen. De lucht gaat door de keel. In de keel zitten twee amandelen, aan elke kant van je keel één. De lucht gaat van de keel door naar de luchtpijp. De binnenkant van je neus, mond, keel en luchtpijp hebben een roze kleur. Kijk maar eens naar je tandvlees of de binnenkant van je wang. Dat roze laagje noemen we slijmvlies.
Welke problemen kun je hebben met je neus, keel en luchtpijp?
- Verkoudheid.
- Keelontsteking.
- Hooikoorts.