De prostaat ligt onder de blaas. Hij is zo groot als een walnoot.
De prostaat doet vocht bij de zaadcellen. Zo krijg je sperma.

1. Prostaat
2. Blaas

Bij prostaatkanker zit de kanker in de prostaat.

De kans om beter te worden is het grootst als de kanker vroeg ontdekt is en als de kanker alleen in de prostaat zit.

Het is niet altijd nodig om direct te behandelen.
Soms krijg je wel direct een behandeling.

1. Prostaat
2. Blaas
3. Tumoren

Soms gaat de kanker ook naar andere plekken in het lichaam.
Dat zijn uitzaaiingen.

Uitzaaiingen kunnen komen in bijvoorbeeld:

• de botten (vaak de ruggengraat)
• lymfeklieren

Met uitzaaiingen wordt je niet  meer beter.
Bij uitzaaiingen zijn er  wel behandelingen mogelijk waardoor je langer kunt leven.
Deze behandelingen verminderen vaak ook de klachten.

De dokter vertelt je over de verschillende behandelingen die er zijn.
Bijvoorbeeld een operatie of bestraling.

Elke behandeling heeft voordelen en nadelen.
De dokter vertelt je hierover.
Samen beslis je wat voor jou het beste is.

1. Tumor in de prostaat
2. Uitzaaiing in de ruggengraat
3. Uitzaaiing in de lymfeklieren

Sommige mensen met prostaatkanker krijgen een operatie.
Bij een operatie haalt de dokter de zieke prostaat uit je lichaam.

De operatie gebeurt onder narcose.
Door de narcose voel en merk je niks.

De operatie bij prostaatkanker is vaak een kijkoperatie.
De dokter opereert dan via kleine sneetjes in de buik.
De dokter gebruikt hierbij een robot en een camera.
De dokter bestuurt de robot en kan zo heel precies werken.

Na de operatie is de kans groot dat de kanker weg is en dat de kanker ook weg blijft.

Bij de operatie haalt de dokter de zieke prostaat uit je lichaam.
Na de operatie is de kans groot dat de kanker weg is en dat de kanker ook weg blijft.

Na de operatie kom je regelmatig bij de dokter op controle.
De dokter controleert of de kanker weg blijft en vraagt hoe het met je gaat.
De dokter vraag ook naar de gevolgen van de operatie.

Door het weghalen van de prostaat voelt het klaarkomen anders.
En je hebt kans dat je:

• Je plas niet goed kunt ophouden
• Geen stijve penis meer kunt krijgen.

Vertel dit aan de dokter of verpleegkundige.
Zij kunnen je helpen. Soms zijn er oplossingen.

Incontinentie

Door de behandeling van prostaatkanker kun je plas verliezen zonder dat je dat wilt.
Of je kunt je plas niet goed ophouden. Je voelt dan dat je moet plassen, maar je komt te laat bij de wc.
Een ander woord voor plas verliezen is incontinentie.

De incontinentie kan tijdelijk zijn en weer weg gaan.
Bij een deel van de mannen blijft de incontinentie.

Het hangt af van de soort behandeling, je leeftijd en je conditie of de incontinentie blijft of weggaat.

Wat helpt tegen incontinentie
Het kan erg vervelend zijn om plas te verliezen.
Misschien blijf je daardoor vaker thuis, of doe je niet mee aan activiteiten.

Het kan ook moeilijk zijn om erover te praten, maar probeer het toch.
De dokter en de verpleegkundige zijn gewend om hierover te praten.
Zij kunnen je helpen.

Verschillende dingen helpen bij incontinentie, bijvoorbeeld:

• Het trainen van de spieren die je plas ophouden.
  Een fysiotherapeut leert je om deze spieren te trainen.
• Je kunt verbanden in je onderbroek doen.
  De plas komt in het verband en je broek wordt niet nat.

1. Blaas
2. Spieren die je kunt trainen

Seksuele gevolgen

Niet de prostaatkanker, maar wel de behandeling heeft vaak gevolgen voor je seksleven en je relatie.

Je kunt bijvoorbeeld de volgende klachten hebben:

• Het kan zijn dat je geen zaadlozing meer hebt.
• Het klaarkomen kan anders voelen.
• Je kunt geen zin hebben om te knuffelen.
• Je kunt geen zin hebben in seks.
• Het kan zijn dat je geen stijve penis meer kunt krijgen.
• Of je krijgt wel een stijve penis, maar hij is minder stijf dan je gewend was.

Niet iedereen heeft deze seksuele gevolgen en ze kunnen ook weer weg gaan.
Bij een deel van de mannen blijven de seksuele gevolgen.
Het hangt af van de soort behandeling, je leeftijd en je conditie of de seksuele gevolgen blijven of niet.

Wat helpt tegen de seksuele gevolgen?

Veel mannen vinden de seksuele gevolgen moeilijk.
Sommige mannen voelen zich bijvoorbeeld ‘minder man’.
Het heeft ook gevolgen voor je relatie.
Praat erover met je partner. Dat helpt om niet uit elkaar te groeien.
En samen kun je misschien ook nieuwe manieren van seks vinden.

De dokter en verpleegkundige zijn gewend om over seks te praten.
Ze kunnen je helpen met het vinden van oplossingen.
Er zijn bijvoorbeeld pillen en spuiten die een stijve penis geven.