NF1 is de korte naam voor neurofibromatose type 1.

Bij NF1 groeien er bultjes op de huid, de zenuwbanen en de bindweefsels.
De bultjes heten neurofibromen.

De bultjes kunnen op verschillende plekken zitten, bijvoorbeeld:

• In je gezicht.
• Op je huid of onder je huid.
• In je lichaam. Je ziet deze bultjes niet.

Soms geeft een bultje pijn, bijvoorbeeld zenuwpijn.
Vaak kan het bultje dan worden weggehaald.

De meeste mensen hebben licht-bruine vlekken op het lichaam.
Deze vlekken heten café-au-lait vlekken.

Soms zijn er ook sproetjes, vooral in oksels en liezen.

NF1 is de korte naam voor neurofibromatose type 1.

Bij NF1 groeien er bultjes op de huid, de zenuwbanen en de bindweefsels.
De bultjes heten neurofibromen.

De bultjes kunnen op verschillende plekken zitten, bijvoorbeeld:

• In je gezicht.
• Op je huid of onder je huid.
• In je lichaam. Je ziet deze bultjes niet.

Soms geeft een bultje pijn, bijvoorbeeld zenuwpijn.
Vaak kan het bultje dan worden weggehaald.

De meeste mensen hebben licht-bruine vlekken op het lichaam.
Deze vlekken heten café-au-lait vlekken.

Soms zijn er ook sproetjes, vooral in oksels en liezen.

NF1 heb je al bij je geboorte.
Sommige kinderen erven het van een ouder, maar je kunt het ook zomaar hebben.

De volgende dingen kunnen voorkomen:

Bij de geboorte of snel na de geboorte:

• Lichtbruine vlekjes op de buik of rug.
  Deze vlekjes heten café-au-lait vlekjes.
• Sproetjes in de oksels en liezen.
• Groter hoofd.
• Kleine lengte.
• Kromme rug.
• Knobbels op de zenuwen.

Bij het opgroeien:

• Bultjes op het lichaam en in het gezicht.
• Houterige bewegingen, moeite met sporten.
• Problemen met praten.
• Er is een grotere kans op sommige kankers.

De gevolgen van NF1 kunnen zijn:

• Houterige bewegingen, moeite met sporten.
• Moeite met concentreren, vaak door ADHD.
• Teruggetrokken gedrag, angsten en somber zijn.
• Moe zijn, in je lichaam of in je hoofd.
• Het contact met anderen is soms moeilijk.
  Soms komt dat door autisme.
• Onzeker zijn over het uiterlijk.
• Moeite met leren.
• Mensen met NF1 krijgen vaker kanker dan mensen zonder NF1.

Mensen met NFI zijn vaak moe.

Deze moeheid kan komen door:

• Moeite om “nee” te zeggen.
• Te hard werken voor wat je aankunt.
• Somber zijn en veel nadenken.
• Je lichaam is niet fit.
• Slecht slapen of te weinig slapen.
• Minder goed kunnen concentreren.
• Pijn, bijvoorbeeld hoofdpijn.
• Moeite met leren.
• Moeite om met anderen om te gaan.

De gevolgen van deze moeheid kunnen zijn:

• Moeite om een hele werkdag of schooldag vol te houden.
• Stress in het gezin.
• Moeite om het tempo van anderen bij te houden.
• Achterstand in leren, of niet meer naar school kunnen.
• Op je werk problemen krijgen of niet meer naar het werk gaan.
• Somber zijn, veel nadenken, of stil worden en je terugtrekken.
  Bijvoorbeeld omdat andere mensen meer van je verwachten dan je zelf kunt of wilt.