Je hart is een sterke spier. Je hart is zo groot als je vuist. Je kunt je hart voelen kloppen. Het hart pompt bloed door je lichaam. Iedere keer als je hart klopt, dan trekt de spier samen. Als je de trap oploopt, dan klopt je hart sneller. Het moet harder werken. Als je slaapt, klopt je hart langzamer.
Je hart moet zelf ook bloed krijgen om te kunnen werken. Soms krijgt het hart te weinig bloed. Dan heb je een probleem.
Wat voor problemen zijn er?
- Hartkramp.
- Hartaanval.