Het eten gaat van de maag naar de darmen. De darm is een kronkelende buis die het eten kneedt en naar beneden duwt. Je hebt een dunne en een dikke darm. Samen zijn ze een paar meter lang.
De dunne darm haalt de voedingsstoffen uit het eten. De dikke darm haalt het vocht eruit.
Het laatste stukje van de dikke darm heet endeldarm. De endeldarm bewaart je poep.
Aan het einde van de endeldarm zit je poepgat. Een kringspier zorgt er voor dat je poep niet vanzelf naar buiten loopt. Als je poept gaat de kringspier open.
Welke problemen kun je hebben met je darmen?
- Prikkelbare darm.
- Verstopping.
- Diarree.
- Buikgriep.
- Darmontsteking.