Verschillende leefwerelden verbinden

Voor zowel een evenwichtige ontwikkeling als goede leerresultaten is het belangrijk dat er verbinding is tussen thuis, school en de wijk / de straat. Het kan wel een uitdaging voor je zijn om deze verschillende leefwerelden bij elkaar te brengen. Wat moet je als school weten en hoe kun je de verschillende leefwerelden met elkaar verbinden?
Je vindt hier inzichten in de verschillende leefwerelden waar een leerling deel vanuit maakt of mee in aanraking komt en de gevolgen daarvan op de sociaal emotionele ontwikkeling van jouw leerlingen. We geven suggesties over wat je kan doen om die leefwerelden binnen jouw klas te verbinden.

Gescheiden werelden

Voor een evenwichtige ontwikkeling en goede leerresultaten is het belangrijk dat er verbinding is tussen thuis, school en straat. Het kan wel een uitdaging voor je zijn om deze verschillende leefwerelden bij elkaar te brengen. Ouders/verzorgers zijn dit meestal in het geheel niet gewend. Zeker als ouders ongeletterd, anders geletterd en/of laag opgeleid zijn duurt het langer voor zij op de hoogte zijn van hoe jullie school reilt en zeilt. Dit brengt onzekerheid met zich mee. Deze ouders hebben meer tijd nodig dan andere nieuwkomers om de gelijkwaardige partnerrol op zich te kunnen nemen en vertrouwen te krijgen. Voor je leerlingen kan het integreren van de verschillende leefwerelden lastig zijn, bijvoorbeeld omdat die werelden zeer verschillende eisen stellen aan gedrag en communicatie.

Verbinden

Onafhankelijk van het schooltype is het belangrijk dat een leerkracht (po) of mentor (isk / vo) zich inspant om de verschillende werelden van een leerling te verbinden. Omdat nieuwkomers net zoals andere jongeren in de adolescentie op eigen benen willen staan en omdat er extra obstakels zijn, is dat wel een uitdaging. Het kan voor je leerlingen zelf lastig zijn om de leefwerelden van thuis, school en straat te integreren. Bijvoorbeeld omdat die werelden verschillende eisen stellen aan gedrag en communicatie. Veel nieuwkomers komen uit landen waar familieverplichtingen vanzelfsprekend zijn en er een sterke en positieve binding met ouders en andere familie is. Leerlingen zijn meestal op verschillende manieren verbonden met hun familie, ook als die niet in Nederland woont. Maar voor hen kan het lastig zijn om aan ‘een Nederlander’ uit te leggen hoe dat bij hen werkt. Soms schamen zich ook voor tradities als respect tonen, meehelpen in huis , omdat ze menen dat dat in Nederland als ouderwets gezien wordt.

Verschillende achtergronden

Binnen een klas komen ook de verschillende leefwerelden van leerlingen samen. Dat is voor jou als leraar een uitdaging of misschien een grote rijkdom. Leerlingen komen uit heel verschillende continenten en landen, hebben verschillende godsdiensten en culturele achtergronden en ook kan hun opleidingsniveau zeer verschillen. Onderling hebben leerlingen ook heel verschillende opvattingen over opvoeden. Desondanks is het zinvol om mogelijke verschillen te kunnen herkennen. Het is zaak daarbij wel een open blik te behouden. Er is veel informatie over andere culturen. Zie die informatie vooral als hypotheses die je elke keer opnieuw toetst bij ouder en kind.

Lees ook hierover in ons onderdeel “Cultuursensitief werken“.

De peergroup, de straat en jongerencultuur

Sommige jongeren zullen, vooral wanneer hun ouders (figuurlijk of letterlijk) afwezig zijn zich aangetrokken voelen tot een jongeren subcultuur. Ze halen veel betekenis uit die verbondenheid met een peergroep. Sommige groepen hebben een heel eigen kleidingstijl, muzieksmaak, voorkeur voor bepaalde social media beroemdheden, soaps uit land van herkomst etc. Dit geeft heel veel aanknopingspunten voor gesprek. De straat draagt helaas voor sommige jongeren ook een gevaar in zich. Het kan de plek zijn waar ze actief worden geworven voor criminele activiteiten. Bij kwetsbare jongeren is dit vaker het geval. Zij hebben bijzondere bescherming nodig van volwassen vertrouwenspersonen.

Dubbele loyaliteit ouders

Ouders van nieuwkomers proberen vaak te leven met een dubbele loyaliteit. Aan de ene kant willen de ouders vasthouden aan de eigen culturele gebruiken en denkbeelden en tegelijkertijd willen ze niets liever dan dat hun kinderen volwaardige burgers worden in het nieuwe land. Veel kinderen zijn goed in staat die tegengestelde normen en waarden met elkaar te verbinden. Ondersteuning hierbij op school maakt het wel gemakkelijker. Hoewel ouders hun kinderen willen helpen hun weg te vinden, lukt dat hen maar beperkt, onder andere omdat ze de nieuwe samenleving zelf nog nauwelijks kunnen doorgronden.

Verschillende opvoedingsstijlen

Voor mensen die zijn gemigreerd uit een niet-westers land zullen de verschillen tussen hoe zij zelf zijn opgevoed en het opvoeden in Nederland groot zijn. Zij komen veelal uit een samenleving waarin het groepsbelang belangrijker gevonden wordt dan het individuele belang. Dat wordt ook wel een ‘wij-samenleving’ genoemd, terwijl Nederland vooral als een ‘ik-samenleving’ wordt gezien.

Omgang tussen ouders en kinderen

De opvoeding in migrantengezinnen is deels vergelijkbaar met hoe in Nederland in eerdere generaties werden opgevoed. Van kinderen wordt verwacht dat zij zich vooral aanpassen aan de eisen van gezin en familie. De ‘eigen’ identiteit van kinderen is vaak sterk verbonden met die van de gehele familie. Ook als deze niet in Nederland woont. Daar deel van uitmaken biedt veel veiligheid en intimiteit. Dat daar verplichtingen tegenover staan, vinden kinderen en ouders vanzelfsprekend.

De omgangsvormen thuis zijn in veel gezinnen in vergelijking met die op school meestal heel anders. Bijvoorbeeld hoe kinderen met volwassenen communiceren, en de regels over de omgang tussen mannen met vrouwen. De omgangsvormen tussen docenten en leerlingen is in Nederland in vergelijking met de scholen in herkomstlanden vaak veel losser. Daar moeten ook de ouders aan wennen.

Onderhandelen of gehoorzaam zijn

In autochtone gezinnen vinden ouders autonomie, zelfontplooiing, onderhandeling en assertiviteit belangrijke opvoedingswaarden. Veel autochtoon-Nederlandse ouders leggen hun kinderen regels op, maar verwachten niet dat zij die ‘blind’ gehoorzamen. Van jongs af aan wordt met kinderen onderhandeld. Dat wordt ook wel de ‘onderhandelingshuishouding’ genoemd. De eerste generatie niet-westerse migranten moet vaak wennen aan het assertieve gedrag van Nederlandse kinderen. Afrikaanse  ouders uit zuidelijk Afrikaanse landen vinden bijvoorbeeld dat Nederlandse kinderen verwend worden. Ze hebben in hun ogen dure kleding en vieren hun verjaardag met allerlei cadeautjes. Daarnaast hebben zij naar Afrikaanse normen weinig respect voor volwassenen. Het ontbreken van respect wordt door ouders van nieuwkomers vaak genoemd.

De rol van vaders en moeders bij het opvoeden

Vaders hebben in veel niet-westerse landen een minder grote rol in de dagelijkse opvoeding. Hun rol ligt bij het kostwinnerschap, correctie van gedrag, socialisatie (het aanleren van waarden en normen) van opgroeiende zonen en de morele opvoeding. Vaders nemen vaak wel de rol aan van aanspreekpersoon van de familie, ook in het contact met school.

Onzekerheid

De meeste ouders imiteren onbewust hun eigen opvoeding. Voor je leerlingen is dat lastig omdat zij nu in een volstrekt nieuwe omgeving wonen. Zij moeten hun kinderen opvoeden in een pedagogische context die zij in sommige opzichten als bedreigend ervaren en worden bijvoorbeeld onzeker omdat ze niet gewend zijn aan de vrijheid die Nederlandse jongeren hebben. Ouders vragen zich bijvoorbeeld af hoe ze hun kinderen wat meer vrijheid kunnen geven, zonder dat dit leidt tot onwenselijk gedrag. Soms zijn ze bang dat de school hun kinderen waarden en normen meegeeft die tegengesteld zijn aan die van thuis. Soms hebben ze bewust verschillende maatstaven voor gedrag binnen en buiten het gezin. Binnen verwachten ze aanpassing en buiten stimuleren ze hun kinderen mondig en assertief te zijn.

Godsdienstig opvoeden

Godsdienst is deel van de identiteit van je leerlingen en biedt hen vaak veel houvast. Dat kan Islamitisch,  traditioneel katholiek of koptisch-christelijk zijn. Vaak is het wennen om te leven in een grotendeels ontkerkelijkt Nederland. Zij hebben daarom niet altijd antwoord op de vragen van hun kinderen. Soms worden de kinderen extra onderwezen in de islam en de Arabische taal op weekendscholen.

Ouders hebben zelf veel vragen over hoe zij hun kinderen in Nederland gelovig kunnen opvoeden. In hoeverre kunnen zij hun kinderen westerse opvattingen en waarden meegeven, zonder hun geloofswaarden af te vallen? Soms komen leerlingen in de knel, als de religieuze voorschriften van hun ouders botsen met hun eigen wensen. Meisjes hebben soms meer bewegingsvrijheid dan in het herkomstland. Zeker op school kunnen ze die vrijheid nemen. Bijvoorbeeld op het terrein van relaties en seksualiteit lukt het leerlingen niet altijd om zich te houden aan religieuze voorschriften. Toch willen ze vaak tegelijkertijd hun ouders niet afvallen.

Persoonlijke onderwerpen bespreken op school

Het moeten aanleren van de Nederlandse taal betekent dat jij en je leerlingen al intensief met elkaar in gesprek zijn. Dan is de drempel laag om ook persoonlijke onderwerpen te bespreken. Dat biedt je ook een uitgelezen kans om juist in gesprekken in de klas, thuis en op school elke keer met elkaar te verbinden en zo te ‘werken’ aan de psychologische kant van het inburgeren, het zich thuis gaan voelen in Nederland.

Uitnodigend zijn naar ouders

Als je je daarnaast extra blijft inspannen om uitnodigend te zijn naar ouders, vergroot dit bij leerlingen de kans op succes op school en een evenwichtige persoonlijke ontwikkeling.

Wat kun je doen als docent of ondersteuningsteam?

  • Verdiep je in cultuursensitief werken
    Door cultuursensitief te werken krijg je handvatten in hoe je verschillen en overeenkomsten tussen leerlingen en hun leefwerelden kan aankaarten. Zo is het voor jezelf ook makkelijker om alle verschillende achtergronden van leerlingen met elkaar te verbinden. Lees hier meer over in ons onderdeel “cultuursensitief werken”.
  • Bespreek in je team wat voor belangrijke persoonlijke opvoedwaarden zijn
    Ga na waar die verschillen en overeenkomen met die van de ouders van de leerlingen in de klas. Bespreek op basis waarvan we ons een beeld vormen van de opvoeding van andere culturen en hoe  de ouders wellicht naar ‘ons’ kijken . En ga samen na welke universele voorwaarden er zijn voor een gesprek hierover.
  • Ga op school gesprekken over godsdienst niet uit de weg
    Bespreek het in het team hoe je deze gesprekken voert en formuleer een visie en principes die je met elkaar bekend maakt. Bespreek, zonder het te zwaar te maken, ook met ouders en leerlingen welke rol godsdienst voor hen speelt. Onderzoek welke beeld leerlingen hebben over het niet-religieuze deel van de Nederlandse bevolking. Laat hen daarover in gesprek gaan met elkaar.

Wat kun je doen als docent?

  • Voer met leerlingen het gesprek over de verschillende leefwerelden waar ze deel vanuit maken
    Ga bijvoorbeeld in op familiebanden, waarden en normen in de familie, het geloof en in de opvoeding. En bespreek hoe dit voor hen is nu ze in Nederland wonen. Ga in op overeenkomsten en verschillen tussen leerlingen in je klas en verschillende  leerlingen in Nederland.
  • Toon specifieke belangstelling voor de jongerencultuur waarvan je leerlingen deel uitmaken
    Dit kan ook in individuele gesprekjes tussendoor. Vraag wat zij leuk vinden om te doen, en waar ze tijd doorbrengen. Maak waar het je lukt, ook ruimte hiervoor in de lessen, door leerlingen muziek te laten maken of mee te laten nemen bijvoorbeeld. Maak duidelijk dat je die kant volledig accepteert. Houd zo mogelijk ook oog voor tekenen van ondermijning. Hierdoor verbind je schoolwereld rechtstreeks aan die leefwereld.

Materialen

Bronnen

  • Wereldreizigers, Bram Tuk & Ilse Vlietstra, Pharos 2017
  • Welkom op School, Bram Tuk en Milleke de Neef, Pharos 2015
Naar boven