Van Big Data naar Big Dates: omdat het niet over cijfers maar over mensen gaat
Er wordt hard gewerkt aan de transities in zorg en welzijn. Mooie stappen zijn gezet. Maar tegelijkertijd is het risico groot dat we een doodlopende weg inslaan, waarschuwt strategisch adviseur Aldien Poll. We kijken volgens haar te veel naar de Big Data en bedenken virtuele oplossingen. ‘Die gaan voorbij aan de complexiteit van het leven van mensen bij wie de problemen zich opstapelen. Die vermorzeld worden door bureaucratie. We moeten van Big Data naar Big Dates. Naar ontmoeting. We moeten oog hebben voor de worstelende mensen, naar hen luisteren en met échte oplossingen en maatwerk komen.’
Aldien Poll zoekt al een (werkend) leven lang naar innovatieve oplossingen in zorg en welzijn en naar methoden om gezondheidsverschillen te verkleinen. Deze maand neemt ze afscheid van Pharos. Met een waarschuwing. De zorg in Nederland wordt steeds beter, maar het beste jongetje van de klas zijn we niet meer. Ze wijst er op dat mensen met een laag inkomen, weinig vermogen in combinatie met een minder hoge opleiding in Nederland zes tot negen jaar eerder dood gaan en twintig tot vijfentwintig jaar eerder te maken krijgen met gezondheidsproblemen dan mensen met een hoog inkomen, meer vermogen en hoge opleiding. ‘De kloof wordt steeds groter, de gezondheidsverschillen nemen toe, terwijl dat onnodig is.’
Dat komt volgens haar omdat we eendimensionaal naar gezondheidsproblemen kijken. Je kunt ongezondheid niet alleen met medische zorg en leefstijlinterventies oplossen. Andere factoren zijn van grote invloed. Neem de persoonlijke dagelijkse omstandigheden van iemand die leeft in een ‘laag sociaal economische positie’: niet rond kunnen komen, slechte huisvesting, ongezonde leefomgeving, eenzaamheid, een lage zelfwaardering, weinig mogelijkheden om zelf aan de knoppen te zitten, uitsluiting en de chronische stress die al deze factoren tot gevolg hebben. ‘Iedereen weet dat we in beweging moeten komen. Maar wat doen we, nu we op dat kruispunt staan?’
Aandacht naar preventie
De zorgkosten rijzen de pan uit, de premies zijn voor een grote groep Nederlanders die in armoede leven te hoog. Er zijn te weinig handjes aan het bed en het zorgaanbod lijkt steeds vaker niet passend en/of niet toegankelijk voor iedereen. ‘Het moet anders. De aandacht van het behandelen van patiënten is verlegd naar het voorkomen dat mensen ziek worden. Naar preventie’, aldus Poll. Met grote programma’s als GALA, IZA en WOZO zitten we middenin de transitie. ‘Alle handtekeningen staan eronder. Gemeenten, zorgorganisaties, verzekeraars: iedereen weet dat we in beweging moeten komen. Maar wat doen we, nu we op dat kruispunt staan?
Een doodlopende weg
Vanaf dat kruispunt – in het streven naar een betere toekomst met minder zorg en meer gezondheid voor iedereen – bewandelen we volgens Poll nu twee routes. Daar waar wordt gekozen voor niet-uniforme preventie, we breder dan alleen naar leefstijl kijken – met aandacht voor achterliggende mechanismen van ongezondheid – en we de verantwoordelijkheid niet alleen bij de burgers leggen, daar groeit en bloeit iets moois.
‘Aan de andere kant zie ik ook een beweging naar maakbaarheid en efficiency. Met enkelvoudige interventies, businesscases en een nieuwe markt van digitale leefstijlondersteuning. Daar maken we de klassieke fout: een nieuwe aanbod-gestuurde zorgmarkt, maar dan met preventie interventies: een preventiemarkt. Er is veel bewijs dat dat bij mensen met gestapelde problemen, mensen bij wie eigenlijk de grootste gezondheidswinst te halen is, niet werkt. Die weg loopt hartstikke dood’, stelt Poll. ‘Wie zo cijfermatig naar gezondheidsproblemen kijkt, komt met virtuele oplossingen’
De olifant de kamer uitjagen
‘De Engelsen hebben een mooie uitdrukking: the elephant in the room – een probleem waar niemand omheen kan, maar dat iedereen probeert te negeren. Onze olifant – de gezondheidsverschillen – wordt gezien. Maar vooral in de Big Data. We kennen de alarmerende cijfers van overgewicht, over rokers, en de gevolgen van armoede op gezondheid. Maar die data zijn afstandelijk, beleidsmatig, analytisch’, aldus Poll,
Wie zo cijfermatig naar gezondheidsproblemen kijkt, komt met virtuele oplossingen, met interventies voor overgewicht, roken en armoede. Die gaan volgens Poll voorbij aan de complexiteit van het leven voor mensen bij wie de problemen zich opstapelen. Die vermorzeld worden door bureaucratie. Poll: ‘Als we de olifant uit de kamer willen krijgen moeten we dáár gevoel voor krijgen. Dan moeten we van Big Data naar Big Dates. Dan moeten bestuurders en beleidsmakers de deur uit om die worstelende mensen echt te leren kennen. Samen kunnen we dan de olifant de kamer uit jagen. En als hij niet door de deur past, breken we de muur af.’
Bredere blik op gezondheid
Ze begon haar werkende leven als fysiotherapeut in India en Nederland, in de revalidatiesector. ‘Daar leerde ik op een andere manier naar klachten, naar gezondheidsproblemen kijken. Je kunt als zorgprofessional niet alles genezen, maar je kunt wel zorgen dat iemand met een medisch probleem na revalidatie weer goed functioneert. Om met één been verder te gaan, heb je een goede prothese nodig. In dat werk leerde ik breder naar gezondheid te kijken. Je hebt professionals uit andere domeinen nodig om je cliënt verder te helpen.’
Die eerste lessen uit de revalidatiepraktijk – aangevuld met studies over organisatiekunde en kwaliteitssystemen – nam ze mee en droeg ze uit in een lange loopbaan van ruim veertig jaar. Ze werkte voor aanbieders van zorg, zorgverzekeraars en zorginstituten voor ze in 2016 bij Pharos neerstreek. ‘Ik heb van dichtbij gezien hoe de markt vanaf de jaren ’90 de zorg veroverde, met kwaliteitsmodellen en product-denken. Zorg is een commodity’, hoorde je – een handelsproduct. Alles moest efficiënt, met betaalbaarheid als ultiem doel. Dat is twintig jaar de leidende gedachte geweest. Een misleidende gedachte. Andere determinanten, sociale omstandigheden in de dagelijkse praktijk, werden over het hoofd gezien. Zó zijn de gezondheidsverschillen steeds groter geworden.’ ‘Een professional kan dat ook niet alleen. Die verantwoordelijkheid ligt bij hun beroepsgroep, de zorggroepen, verzekeraars en overheid’
Wat betekent dit volgens jou voor de huisarts en welzijnswerker, voor alle zorgprofessionals?
‘Zij zien in hun praktijk, in hun behandelkamer of in de wijk de dagelijkse strijd van patiënten om het hoofd boven water te houden. De standaardbehandeling is niet voldoende, er is vaak maatwerk nodig. Maar ze zijn met handen en voeten gebonden aan de regeltjes, kwaliteitsstandaarden en hun contracten met verzekeraars en gemeenten. Ze zien wat er fout gaat, voelen de frustratie, maar hebben zelf onvoldoende kennis en mogelijkheden dat op te lossen. Een professional kan dat ook niet alleen. Die verantwoordelijkheid ligt bij hun beroepsgroep, de zorggroepen, verzekeraars en overheid. Zij moeten de ervaringen van de professionals serieus nemen en het gesprek tussen het sociale en medische domein stimuleren.’
En de burger die worstelt om het hoofd boven water te houden?
‘Die gaat zorg mijden! Omdat het nu niet werkt, omdat hij de moeizame samenwerking en de frustraties van de professionals ziet, omdat hij niet verwezen wil worden uit angst voor de rekeningen. En omdat hij denkt: het helpt toch niet, weer een medicijn, weer iets nieuws proberen. Maar hij merkt het ook als professionals elkaar kennen, als achterliggende oorzaken herkend worden en er wordt samengewerkt aan oplossingen die ook daadwerkelijk iets oplossen.
We staan op een kruispunt en hebben nu echt een mooie kans de gezondheidsverschillen te verkleinen. Het lijkt nu op dat onoverzichtelijke kruispunt misschien een beetje een chaos, maar dat hoort bij de zoektocht en de ongemakkelijke keuze die we ervaren tussen route 1 en route 2. Maar eigenlijk is dat geen keuze, toch? Want wie kiest er op weg naar beter bewust voor een doodlopende weg?’