Hoe werk je cultuursensitief met jeugdigen en gezinnen?
Als professional die werkt met jeugdigen en gezinnen heb je inzicht nodig in zowel je eigen culturele opvattingen over opgroeien en opvoeden, als in die van de ander. Soms kan het lastig zijn om de juiste toon of insteek te vinden voor het gesprek. Want kun je iemand eigenlijk wel vragen naar haar of zijn (culturele) achtergrond? Wij maakten een infographic en bieden professional in onderwijs, jeugd (gezondheids)zorg en welzijn daarvoor handvatten.
Nederland wordt steeds diverser. Voor professionals wordt cultuursensitief werken daarom steeds belangrijker. Want niet enkel hoe we leven (leefstijl) maar ook wie we zijn (identiteit) doet er toe voor onze gezondheid. Sekse, gender, migratiestatus en culturele achtergrond kunnen ook van invloed zijn op het ontwikkelen van ziekte en op de toegang tot zorg. Maar hoe houd je rekening met culturele verschillen? En hoe zorg je dat je geen vooroordelen hebt?
De nieuwe infographic ‘Cultuursensitief werken met jeugdigen en gezinnen’ borduurt voort op de eerder gemaakte, veel gebruikte infographic ‘Cultuursensitief werken om gezondheidsverschillen te verkleinen – voor professionals in zorg en welzijn’. Dit hebben we gedaan omdat ook professionals in de jeugd(gezondheids) zorg, welzijn en het onderwijs steeds vaker te maken met jeugdigen en gezinnen met uiteenlopende achtergronden.
Andere ideeën over opvoeding
Cultuursensitief werken met deze specifieke doelgroep betekent dat je moet beseffen dat in verschillende culturen anders wordt aangekeken tegen opvoeding en ontwikkeling van kinderen. Dat vraagt dat je als professional goed aansluit bij de leefwereld van ouders en jeugdigen met zeer diverse (culturele) achtergronden. Dat je oog hebt voor ouders die worstelen met stress en/of armoede, of minder vaardigheden hebben informatie te begrijpen of toe te passen.
Toegankelijkheid en kwaliteit van zorg en ondersteuning hangen af van het vermogen van professionals en instellingen om om te gaan met verschillen in onder meer achtergrond, opleiding, sekse en migratiegeschiedenis. Dat begint met het opbouwen van vertrouwen. Dit doe je onder andere door actief te investeren in kennismaking met als doel de jeugdige en het gezin te leren kennen en begrijpen.
Maar welke vragen stel je dan?
In aanvulling op deze nieuwe infographic ontwikkelden we, om eventuele drempels te verlagen, een handreiking met vragen. Het zijn vragen om aan jezelf te stellen. Bijvoorbeeld over de normen en waarden uit je eigen opvoeding en hoe die beïnvloeden hoe jij kijkt naar de gezinnen waar je mee werkt. Maar er zijn ook vragen die je kunt stellen om meer te weten te komen over de (culturele) achtergrond van de ouder of jongere die tegenover je zit. En om hun situatie beter te begrijpen.
Tot slot bieden we naast de vragen in deze handreiking ook nog wat tips. Want stel dat jij morgen naar China emigreert. Je kunt geen Chinees lezen en schrijven, je hebt weinig geld en je diploma is er niks waard. Je weet niet hoe je opvang voor je kind kunt organiseren, of er sportverenigingen zijn en je kent het Chinese schoolsysteem niet. Je kent er (nog) bijna niemand. Hoe zou dat voor jou zijn?