Hoe creëer je begrip voor elkaars standpunt op school?
De verkiezingsuitslag, de oorlog in Gaza, Paarse Vrijdag: Een school is een mini-maatschappij en dat betekent ook dat mensen verschillende opvattingen hebben over maatschappelijke thema’s. Hoe zorg je ervoor dat dat niet tot onderlinge verwijdering leidt? Het Summa College, de grootste mbo school van Zuid-Nederland, is er actief mee bezig. ‘Wij proberen de dialoog te stimuleren en te faciliteren.’
Vlak na de verkiezingsuitslag plaatste Hans Panjoel, practor Relationeel Werken bij Summa een post op LinkedIn. ‘De reacties op de verkiezingsuitslag van vandaag buitelen over elkaar heen’ schrijft hij. ‘Alle stemmers hebben hun motivatie voor hun keuze. Deze tegenstellingen zullen ook in de klaslokalen en gebouwen van Summa College en het mbo aanwezig zijn. Een belangrijke opdracht en uitdaging voor alle onderwijsmedewerkers om dit zo goed mogelijk te begeleiden.’
In het kader van het programma Welbevinden op School zijn Pharos en het Trimbos-instituut (in samenwerking met Gezonde School) voortdurend op zoek naar goede, inspirerende voorbeelden. Met practor Hans Panjoel spreken we over groepsdynamiek en de interactie tussen docent en studenten. Hoe doe je dat, die tegenstellingen zo goed mogelijk begeleiden? Hoe zorg je ervoor dat studenten en onderwijsmedewerkers naar elkaar luisteren en begrip hebben voor de standpunten, de angsten of de onzekerheden van anderen?
Studentengeluk
Het antwoord op die vraag staat niet op zichzelf maar past in de bredere strategie die het Summa College zichzelf ten doel heeft gesteld. ‘Tien jaar geleden presenteerde Summa zich als de hofleverancier van werkend Brabant’ licht Panjoel toe. ‘Maar inmiddels richten we ons niet alleen meer op kwalificeren en ervoor zorgen dat studenten een diploma halen. We vinden dat onze opdracht breder is. Bij Summa vinden we studentengeluk heel belangrijk, dus dat je jezelf gezien voelt en je jezelf ook hebt kunnen ontwikkelen op andere vlakken. Daar hoort het leren omgaan met een steeds veranderende maatschappij en begrip creëren voor elkaars standpunt ook bij. Daar is zowel de student als de maatschappij bij gebaat.’
Inclusieparadox
Panjoel geeft een voorbeeld uit de praktijk. Een docent vertelde hem dat in zijn klas het thema ‘homoseksualiteit’ op de agenda stond. Voor de docent was dat complex, hij wist dat er studenten in de klas zitten die homoseksualiteit verafschuwen. Maar ook dat er een studente is die op hetzelfde geslacht valt, daar erg mee worstelt en nog niet uit de kast is gekomen. Panjoel: ‘Hij wilde de studente geen pijn doen. Tegelijkertijd had hij hier te maken met de inclusieparadox: hoe tolerant ben je naar mensen die zelf niet tolerant zijn?’
Niet afkappen
Wat Summa nastreeft, is de dialoog stimuleren en horen wat de ander te zeggen heeft. Daarmee maak je verbinding. Studenten die zich negatief uit over homoseksualiteit uitlaten alleen afkappen, is niet de juiste weg, volgens Panjoel. ‘Daarmee voelen ze zich weggezet, niet gezien en hebben ze geen mogelijkheid om te groeien. De docent heeft deze studenten juist een compliment gegeven omdat ze zich uitspreken. Hij weet dat er in sommige thuissituaties helemaal niet over dit onderwerp gesproken kan worden.’
Studenten horen en zien
Het is vervolgens de taak van de docent om een veilige omgeving te creëren en kaders neer te zetten voor het gesprek. Om mensen aan te spreken als dingen gezegd worden die kwetsend zijn voor anderen. Panjoel: ‘Studenten moeten leren dat je rekening houdt met de gevoelens van anderen, ondanks dat je van mening verschilt. Bovendien kan een docent zich meer permitteren en de student makkelijker aanspreken op zijn houding, als die student zich gezien en gehoord voelt door de docent.’
Dat geldt ook voor docenten die weten wat er speelt in de levens van hun studenten. Op het Summa College worden docenten en andere onderwijswerkers aangemoedigd de ander echt te leren kennen. ‘Uit een uitgebreid onderzoek dat wij onder studenten hebben gehouden, kwam als een van de belangrijkste conclusies naar voren dat studenten persoonlijk onderwijs heel belangrijk vinden‘ licht Panjoel toe. ‘Onderwijs met oprechte aandacht voor de student dat zich niet beperkt tot alleen studievoortgang.’
Cultuurverandering
Het streven is dat alle onderwijsmedewerkers gesprekken met studenten (kunnen) voeren over maatschappelijke onderwerpen als dat nodig is. Dus niet alleen in de les burgerschap, maar ook tijdens de kook- of techniekles. Is iedere onderwijsmedewerker daar wel toe in staat? Heeft iedereen daar zin in? Het eerlijke antwoord is “nee”, erkent Panjoel. ‘Niet iedere docent heeft dezelfde vaardigheden en interesses. Deze inzichten dringen langzaam dieper in het DNA van de organisatie binnen zodat er een geleidelijke cultuurverandering plaatsvindt.’
Spiegelgesprekken
Het practoraat Relationeel Werken werd tweeënhalf jaar geleden onder meer opgericht om deze standpunten in de organisatie te (helpen) integreren. Zo worden bijvoorbeeld op verschillende plekken spiegelgesprekken gehouden met studenten, docenten en teams. Twee gespreksleiders vanuit het practoraat begeleiden de sessies. Panjoel: ‘Dan bekijken we ook: wat komen we tegen en hoe kunnen we van daaruit stappen zetten? Medewerkers kunnen bovendien onze hulp inroepen als ze er zelf niet uit komen.’
‘En we geloven heel erg in het voorleven van gedrag’ vervolgt Panjoel. ‘Als twee collega’s een meningsverschil hebben en niet met elkaar in gesprek gaan, dan is het niet helpend om dat van studenten wel te vragen. Hoe wij als onderwijsmedewerkers met elkaar omgaan, heeft invloed en straalt uit naar de rest van de organisatie.’
Werken aan een veilig en inclusief schoolklimaat
Een belangrijke stap bij het werken aan een schoolbrede en integrale aanpak voor welbevinden op school is het creëren van een veilig en inclusief schoolklimaat, stelt Anna de Haan, Programmacoördinator Welbevinden op School bij Pharos. Dit biedt een fysiek, emotioneel en sociaal veilige basis voor studenten en medewerkers op school. Hierdoor krijgen studenten ruimte in hun hoofd om zich te ontwikkelen en dat is een randvoorwaarde om goed te kunnen leren.
Het is daarbij belangrijk dat iedereen zichzelf kan zijn. En dat je tegenstellingen, zoals hierboven beschreven door Hans Panjoel, zo goed mogelijk begeleidt en ervoor zorgt dat studenten en onderwijsmedewerkers naar elkaar luisteren. Dat ze begrip hebben voor elkaars standpunten, de angsten of de onzekerheden. Om dit goed integraal neer te zetten zijn van belang:
- Een goede student-docent relatie;
- Aandacht voor de groepsdynamiek;
- Duidelijke afspraken die zijn vastgelegd in het beleid en ontstaan vanuit een bepaalde visie.
‘En dat is precies hoe ze het op het Summa College aanpakken’, aldus Anna de Haan. ‘Daarom is dit ook zo’n ontzettend mooi en inspirerend voorbeeld voor andere scholen.’
Ook aan de slag?
Hoe kun jij dit in je mbo-school aanpakken? Vanuit de programma’s Gezonde School en Welbevinden op School is, in samenwerking met Stichting School en Veiligheid, deze handige infosheet ontwikkeld: https://www.gezondeschool.nl/middelbaar-beroepsonderwijs/aan-de-slag-met-Gezonde-School/stap-1-breng-de-beginsituatie-in-kaart/veilig-en-inclusief-schoolklimaat-in-mbo
Meer lezen over dit onderwerp?
Bekijk de (onderbouwde) interventie ‘Het gesprek op school’ of lees hier het artikel van KIS.