Gezinshereniging: wat als het niet eind goed, al goed is? Deel 2
(Deel 2 van een drieluik)
Gezinshereniging is een complex proces. De slopende onzekerheid tijdens de wachttijd, de druk van familie in thuisland of onderweg en ook na de hereniging is er niet altijd sprake van een roze wolk. In 2019 werden ruim 3.300 mensen met familie in Nederland herenigd. Maar niet elk verzoek werd ingewilligd, veel aanvragen werden afgewezen, met alle gevolgen van dien.
Pharos verzamelt sinds het uitkomen van het rapport Welzijn en gezondheid van gezinsherenigers (2018) kennis en ervaringen rond gezinshereniging. Deze inzichten zijn behulpzaam om problemen te voorkomen, tijdig te signaleren en aan te pakken. In dat kader sprak Pharos met professionals en gezinnen over de juiste begeleiding in de verschillende fases.
Dit is het tweede artikel van een drieluik en gaat over het belang van begeleiding van de gezinsleden na hereniging. Lees hier artikel 1 over de wachttijd en afwijzing, en artikel 3 over de ervaringen van de Syrische Diana en haar zonen.
Elk herenigd gezin verdient begeleiding op maat
Eindelijk is het zover. Het gezin is weer compleet, weer samen. Maar al snel blijkt dat sprookje van korte duur en het samenleven als gezin in een nieuw land verre van eenvoudig. Moulay Hajji, ambulant gezinsbehandelaar en gedragswetenschapper Saskia Sliedrecht bij YOIN, entrealindenhout, zien families worstelen.
Hajji: “Iedereen moet z’n plek weer vinden. In het gezin, in Nederland. Dat is niet makkelijk.’ Dat besef groeit ook onder professionals in Nederland. Hulpverleners en vrijwilligers kennen inmiddels de problemen van herenigde gezinnen. Opvoedproblematiek, depressies, echtscheidingen, huiselijk geweld. Gedragswetenschapper Sliedrecht: “Families hebben vaak jaren niet samengewoond. Vader zat soms – voorafgaand de vlucht – al lange tijd in het leger, soms zijn kinderen opgevoed door oma of een tante. Het is ook belangrijk om daar als hulpverlener naar te vragen. Hoe woonden jullie vroeger?”
Ze vertelt over een meisje die vroeger met haar zusje en moeder op het platteland van Eritrea woonde en traumabehandeling bij haar heeft. “Ze hadden geen huis, maar een hutje. Ze ging af en toe naar school, maar meestal zorgde ze voor de dieren. Het is als professional belangrijk om die context te weten. Pas dan kun je elkaar begrijpen.”
Ondertiteling
Voor jongeren die op minderjarige leeftijd naar Nederland zijn gekomen en van wie de familie later komt, is de hereniging met ouders vaak erg complex. Zij leerden – sinds de aankomst in Nederland – juist om op eigen benen te staan. Behandelaar Hajji: “Deze jongeren zijn hier soms achttien geworden, geconfronteerd met instanties, hebben alles zelf geregeld, de taal geleerd en dan komen vader en moeder ineens het gezag uitoefenen?” Ouders kennen hun volwassen zoon of dochter niet meer terug en visa versa. Dat maakt het samenleven ingewikkeld.
“Deze jongeren blijven vluchteling totdat ze herenigd zijn met de familie”
Als ambulant gezinsbehandelaar probeert Hajji bruggen te bouwen. Tussen ouders en kind, tussen de familie en de Nederlandse samenleving. “Ik zorg voor de ondertiteling. Ik leg bijvoorbeeld uit wat Nederland allemaal van hun zoon of dochter verwacht. Hoe hij of zij daardoor is veranderd.”
De professionals van YOIN, die ook minderjarige vluchtelingen opvangen en begeleiden, proberen jongeren voor te bereiden op de hereniging. Ze proberen uit te leggen dat het samenleven misschien niet altijd vanzelf gaat. Sliedrecht: “Maar dat is lastig. De jongeren wachten vaak al zo lang op de familie, kijken zo uit naar het weerzien. Het is dan ook moeilijk voor te stellen hoe dat gaat zijn.”
Opdracht
Hajji: “We moeten ook niet vergeten hoe groot de druk op de schouders van deze jongeren is: zij hebben een opdracht te vervullen. Zij moeten voor hun familie zorgen. Ouders hebben op hun beurt hun kind ‘vooruitgestuurd’, opgeofferd en hebben gezegd: stap die rubberboot maar op. Dat was een enorm moeilijke beslissing. En deze jongeren blijven voor hun gevoel vluchteling totdat ze herenigd zijn met de familie. Dan pas kunnen ze landen. Eigenlijk kunnen ze dan pas echt hun leven op gaan bouwen.”
Het is niet vreemd dat jongeren – in het hele proces van gezinshereniging – vaak moeite hebben zich te concentreren op school. Daarbij komt het nog regelmatig voor dat deze jongeren, na hereniging, met het gezin moeten verhuizen naar een andere plaats. “Daar moeten deze jongeren dan weer een heel nieuw netwerk opbouwen. Dat maakt het helemaal ingewikkeld.” Ouders leunen vaak ook sterk op hun zoon of dochter. Die weet immers de weg in Nederland al beter. Hajji: “Ook die rol vinden vooral vaders moeilijk. Pas nog zei een vader: ‘In mijn dorp had ik aanzien, mensen kwamen me raad vragen. Hier moet ik zelf raad gaan vragen. Hier moet ik mijn kind om hulp vragen. Dat frustreert.”
Fases
Het proces van hereniging is extra ingewikkeld omdat de familieleden vaak in verschillende fases zitten, zegt Sliedrecht. Ze legt uit hoe elke levensgebeurtenis grofweg drie fases kent:
- de separatiefase
- de liminele fase
- de re-integratiefase
In de seperatiefase wordt afscheid genomen van wat verloren of voorbij is. Dan wordt in de liminele fase gezocht naar een nieuw evenwicht. Dit is een kwetsbare en onzekere periode, maar ook een fase die nieuwe kansen biedt. “Hoe iemand deze fase doorloopt heeft alles te maken met hoe de persoon in kwestie manier omgaat met problemen en stress (copingstijl). De een zoekt afleiding in het leren van de taal, voor een ander kan dat te veel zijn. Dat heeft alles met de persoon te maken: met zijn of haar karakter, opvoeding, achtergrond.
Deze fase gaat daarna over in de re-integratiefase, waarbij die balans weer wordt gevonden. Hulpverleners willen mensen graag naar deze derde fase trekken, maar zo werkt het niet.” Het is volgens de gedragswetenschapper belangrijk dat hulpverleners het tempo van de vluchtelingen zelf volgen. “Wanneer de liminele fase niet goed wordt afgesloten, is de kans groot dat mensen bij stress weer terug in deze fase schieten.” Als verschillende gezinsleden van een gezin in verschillende fasen zitten, kan dit leiden tot onbegrip en frustratie onderling. “Je ziet dat de ouders bijvoorbeeld zoon of dochter weer terug trekken in de liminele fase.”
Volgens Sliedrecht en Hajji is het belangrijk dat hulpverleners en vrijwilligers die vluchtelingengezinnen begeleiden, kennis hebben van deze verschillende fases. “Dit biedt zoveel inzicht. Je weet dan beter hoe je mensen kunt ondersteunen. Je ziet dan ook wat er in het systeem gebeurt.”
Aanpak
De aandacht voor de gezinshereniging en alles wat daar bij komt kijken – het wachten, de hereniging, het omgaan met afwijzing – groeit onder professionals. Sliedrecht wijst erop dat GGD Gelderland-Zuid bijvoorbeeld een handleiding voor de begeleiding van gezinshereniging ontwikkelde. Zelf schreef Sliedrecht vanuit YOIN een aanvulling op de methodiek Intensieve Ambulanet Gezinsbehandeling (IAG) voor gezinnen met een vluchterhaal. “Er is echt sprake van de professionalisering in de hulp aan jonge vluchtelingen. Maar er is nog wel terrein te winnen, zowel in specialistische zorg en zeker ook in de nulde en eerste lijn. Het verschil in aanbod in tussen gemeenten is nu erg groot. In de ene gemeente krijgen herenigde gezinnen begeleiding van VluchtelingenWerk, in een volgende gemeente heeft het welzijnswerk zich er goed op ingericht. En in weer andere gemeenten zijn deze gezinnen aangewezen op de reguliere zorg van wijkteam of consultatiebureau. Bovendien kan samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen nog wel verbeteren”.
Sliedrecht benadrukt de veerkracht van de families. “De families zijn echt sterk, dat moeten we ook niet vergeten. Natuurlijk moeten mensen aan elkaar wennen, maar gezinshereniging is echt belangrijk en noodzakelijk voor het welzijn van mensen. Het is een belangrijk mensenrecht.” Juist daarom pleiten de twee professionals voor goede begeleiding ‘op maat’ voor elk herenigd gezin. Om de vinger aan de pols te houden. Gaat alles goed? Hajji: “Alles staat of valt met sensitieve zorg. Maar het kost tijd om vertrouwen van een gezin te winnen. Investeer daar in. Pas wanneer dat vertrouwen er is, word je als professional ook serieus genomen.”
Adviseur Elize Smal van Pharos:
“Na hereniging is het belangrijk dat families in beeld blijven bij gemeenten. Vaak gaat de aandacht naar persoon die als eerste in Nederland was, meestal de man. Hierdoor bestaat het gevaar dat de vrouw en kinderen uit beeld verdwijnen. Veel ouders worstelen ook met de opvoeding van de kinderen. Een huisarts vertelde ons over een getraumatiseerde statushouder, die bang was voor de invloed van het ‘losbandige’ leven in Nederland op zijn dochters. De vader kon hier niet mee omgaan en begon zijn vrouw en kinderen te bedreigen en te slaan. We moeten ons ook realiseren dat veel gezinnen zijn gevlucht omdat ze juist een betere toekomst voor hun kinderen willen. Daarom hebben ze zoveel geïncasseerd. En als dan thuis de spanningen oplopen, dan geeft dat veel stress. Daarom is laagdrempelige opvoedondersteuning ook zo belangrijk. Daarmee kan een hoop leed worden voorkomen.”
Sinds het onderzoek ‘Welzijn en gezondheid van gezinsherenigers’ (2018) ondersteunt Pharos gemeenten en organisaties met informatie, lezingen en training over de vormgeving van ondersteuning bij de verschillende fasen“In aanloop naar de nieuwe wet inburgering zien we dat het onderwerp steeds meer op de agenda komt te staan. Heel mooi dat gemeenten en professionals zien dat het verloop van de wachttijd, de periode na hereniging of juist na afwijzing van groot belang is voor welzijn en integratie. En dat zij soms al inzetten op extra begeleiding hierbij.”
Voor meer informatie: Elize Smal – e.smal@pharos.nl
Links:
- Infosheet gezinshereniging
- YOIN/entrealindenhout biedt in heel Gelderland opvang en begeleiding aan alleenstaande minderjarige vluchtelingen. Daarnaast bieden zij intensieve ambulante gezinsbehandeling aan gezinnen met een vluchtverhaal en traumabehandeling aan vluchtelingenkinderen.
- Meer informatie over de verschillende fases
- Rapport van Pharos over de gezondheid en het welzijn van gezinsherenigers in Nederland. Op basis van de ervaringen van gezinsleden zelf en de inzichten van zorg- en dienstverleners.