Eenzaamheid bij ouderen met lage SES en migratieachtergrond vraagt om andere oplossingen
Één op de vier ouderen in Nederland voelt zich eenzaam. Er zijn allerlei initiatieven om eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan. Maar slechts weinig oplossingen zijn echt geschikt voor ouderen met een lage sociaaleconomische status of een migratieachtergrond. Dat terwijl zij een hoger risico hebben op eenzaamheid, zeggen onderzoekers Soukaina el Jaouhari en Jennifer van den Broeke.
Ouderen met een lage sociaaleconomische status (SES) of een migratieachtergrond horen bij de ouderen die leven in de meest kwetsbare omstandigheden. Een van de redenen is dat zij vaker moeite hebben met lezen en schrijven of de Nederlandse taal niet goed (genoeg) spreken. Daardoor hebben ze vaak ook moeite met het vinden, begrijpen en toepassen van informatie over gezondheid en zorg. We noemen dat ‘beperkte gezondheidsvaardigheden’. Het gevolg: de juiste zorg- en hulpverlening, bijvoorbeeld om eenzaamheid te bestrijden, bereikt deze ouderen niet of sluit minder goed aan.
Meryem (73) is eenzaam sinds de dood van haar man
“Ouderen met een lage SES of een migratieachtergrond hebben een hoger risico op het ervaren van eenzaamheid, blijkt uit ons verkennend onderzoek”, zegt Soukaina el Jaouhari. Samen met Jennifer van den Broeke onderzoekt zij welke interventies eenzaamheid tegengaan, en of ze aansluiten bij de behoeften van deze ouderen.
Meryem is 73, en voelt zich eenzaam. Ze is geboren in Turkije, maar woont al 40 jaar in Nederland. Haar man is drie jaar geleden overleden. Sindsdien wordt haar wereld steeds kleiner. Meryem wil wel deelnemen aan activiteiten in de buurt, maar gaat alleen naar de moskee. “Ik ga niet omdat mijn Nederlands niet goed is. In de moskee spreken mensen wel Turks.” Maar de activiteiten in de moskee vinden alleen overdag plaats. In de avond voelt Meryem zich alleen – iets wat ze heel erg vindt.
Interventies gaan uit van goede taalvaardigheid
Er zijn bijna geen interventies die eenzaamheid bij ouderen zoals Meryem aanpakken. Bovendien is onderzoek op dit gebied schaars, benadrukt Tineke Fokkema, hoogleraar Ageing families and Migration aan de Erasmus Universiteit. Voor haar verkennende onderzoek sprak El Jaouhari drie experts, waaronder Fokkema, over ouderen en eenzaamheid.
De interventies die er zijn veronderstellen vaak dat mensen kunnen lezen, de Nederlandse taal spreken en digitaal- en gezondheidsvaardig zijn. Daardoor sluiten ze niet aan bij de behoeften en vaardigheden van mensen met een lage SES of migratieachtergrond, zoals Meryem.
Praktische uitvoering en maatwerk
Ook de praktische uitvoering is nog onduidelijk – veel zorg- en hulpverleners weten niet hoe ze interventies tegen eenzaamheid bij kwetsbare doelgroepen goed in kunnen zetten, zegt Jan Willem van der Maat. Hij is geïnterviewd als expert op het gebied van eenzaamheid, en werkt als onderzoeker bij Movisie.
Meer maatwerk is hard nodig oor ouderen die een groter risico lopen om eenzaam te zijn, zegt Arie Ouwerkerk, directeur van Coalitie Erbij en de derde expert die betrokken is bij de verkenning. Alleen zo kunnen we ouderen die leven in armoede, laaggeletterd zijn, of een migratieachtergrond hebben verder helpen.
Voor dit maatwerk moeten we in de ouderenzorg het gesprek aangaan met ouderen met een lage SES en met migranten. “Vanuit onze expertise weten we dat dit de beste manier is om tot oplossingen te komen; niet praten over, maar mét de mensen waar het over gaat”, zegt Jennifer van den Broeke. Daarom is het trainen van zorgprofessionals belangrijk. Zij kunnen eenzame ouderen met een lage sociaaleconomische status ondersteunen, en hen naar de aansluitende interventies begeleiden die er wel zijn of die nog worden ontwikkeld.
Simpele oplossingen: maak buurtontbijt toegankelijker
“Inhaken op wat er al wordt gedaan in de samenleving, mogelijk op wijkniveau, kan eenzaamheid ook tegengaan”, zegt Jennifer van den Broeke. Zo kun je een buurtontbijt toegankelijker maken voor meer mensen, waaronder Turkse en Marokkaanse ouderen. Denk aan het kopen van andere of diversere voedingsmiddelen. En je kunt een Turkse of Marokkaanse vrijwilliger vragen om ouderen uit zijn netwerk persoonlijk uit te nodigen en uitleg te geven in de eigen taal. Zo lever je maatwerk binnen interventies die in de leefomgeving van de ouderen passen.
Om aanpak van eenzaamheid bij ouderen met een lage sociaaleconomische status en migratieachtergrond te verbeteren, zetten we in samenwerking met het CGL nu het onderzoek voort. Zo kunnen we gaan werken aan interventies die bij de behoeften van ouderen zoals Meryem aansluiten, en kunnen we eenzaamheid terugdringen voor alle ouderen. Het eindrapport is eind 2019 via onze website beschikbaar.
–
Soukaina el Jaouhari is onderzoeksmedewerker voorzieningen binnen de afdeling Armoedebestrijding bij de gemeente Amsterdam. Voor Pharos onderzoekt Soukaina interventies op het gebied van eenzaamheid bij ouderen. Hierbij richt ze zich op de meest kwetsbare groepen; ouderen met een lage sociaaleconomische status en migrantenouderen. In haar werk vindt ze het van groot belang armoedebestrijding onder de aandacht te brengen, en op een betekenisvolle manier bij te dragen aan de samenleving. Zo wil ze een positieve verbetering teweeg brengen voor mensen in sociaaleconomisch kwetsbare situaties.
Jennifer van den Broeke is senior projectleider en onderzoeker bij Pharos. Ze richt zich in haar werk op sociaaleconomische gezondheidsverschillen onder ouderen, en adequate (dementie)zorg en –ondersteuning voor ouderen met een lage opleiding en/of migrantenachtergrond. Haar boodschap; alle mensen moeten een gelijke kans krijgen op gezondheid.
*Meryem is een fictieve persoon. Haar verhaal is samengesteld uit verhalen van ouderen die we vanuit Pharos spreken.