De zorg voor oudere migranten moet en kan beter
Nederland heeft een achterstand in de zorg voor oudere migranten. Die achterstand wordt steeds prangender, want de groep oudere migranten die zorg nodig heeft groeit hard. We moeten, en kunnen, die kloof gezamenlijk dichten.
‘Gelukszoekers’ zouden ze nu worden genoemd door critici: jongemannen die uit een ander land naar Nederland komen voor werk en een inkomen. Maar in de jaren zestig werden ze actief geworven door het Nederlandse bedrijfsleven en met steun van de Nederlandse overheid van Turkije en Marokko naar Nederland gehaald. Hier werkten ze hard voor weinig geld. Als de arbeidsmarkt was aangetrokken en zij genoeg hadden verdiend, zouden ze terugkeren naar hun land. Er werd nagenoeg niets gedaan om ze te betrekken bij de Nederlandse samenleving. De taal leren hoefde niet. Ze waren hier immers tijdelijk, ze waren ‘te gast’.
Zou jij je kinderen en kleinkinderen achterlaten om terug te keren naar een land dat al jaren niet meer je thuis is?
Het liep anders. De gastarbeiders bleven hier langer werken. Vrouwen en kinderen kwamen over. Een deel van hun kinderen werd in Nederland geboren. En die kinderen wortelden hier, leerden wel de taal, kregen zelf kinderen. Zou jij je kinderen en kleinkinderen achterlaten om terug te keren naar een land dat al jaren niet meer je thuis is? Is het land van je jeugd waarnaar je misschien verlangt, nu het land waar je zonder je familie oud kunt worden?
De meeste gastarbeiders en hun vrouwen worden hier oud. De meesten sterven hier en gaan alleen nog terug naar hun geboortegrond om er begraven te worden. Nederland heeft 312.000 ouderen met een migratie-achtergrond. Dat aantal zal de komende 10 tot 15 jaar verdubbelen.
Unieke mensen met een gedeeld probleem
Door allerlei factoren zoals ongunstigere woonomstandigheden, slechtere inkomensposities (waaronder gekorte AOW-uitkeringen), migratiestress en lagere opleidingen hebben deze ouderen een grotere kans op een slechte gezondheid. Ze hebben bovendien meer kans op chronische ziekten: de prevalentie van diabetes is onder mensen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond bijvoorbeeld twee tot drie keer zo hoog dan bij Nederlanders. Ook stijgt het aantal migrantenouderen met dementie in Nederland sneller dan het aantal autochtone ouderen met dementie.
Laat ik duidelijk zijn: het gaat hier niet om een homogene groep. Het gaat om individuele mensen, met hun eigen mooie, schrijnende, vrolijke en verdrietige verhalen. Maar zij delen met elkaar wel een probleem: de zorg bereikt hen nu niet of niet voldoende en is onvoldoende op hen afgestemd. De overheid ziet en erkent dat. Zorgverleners zien dat. De wens om dat te veranderen is er. De ideale oplossing lijkt: persoonsgerichte zorg.
Verantwoordelijkheid persoonsgerichte zorg ligt niet bij patiënt
Ieder mens is uniek en dient als zodanig behandeld te worden in de zorg. De verantwoordelijkheid van die persoonsgerichte zorg ligt niet bij een patiënt of cliënt en zijn of haar sociale netwerk. Een zorgverlener moet zichzelf, zijn handelswijze en oplossing aanpassen aan de persoon tegenover hem of haar, zich gelijkwaardig opstellen. Of dat nu een gepensioneerde Turkse gastarbeider is of een jonge Nederlandse stratenmaker. Zo kom je samen met een patiënt en zijn of haar familie tot zorg die het beste aansluit.
In theorie klinkt persoonsgerichte zorg prachtig. Daarom houden veel zorgverleners zich daar ook al jaren mee bezig. Uit die praktijk blijkt dat er nog veel drempels zijn in de persoonsgerichte zorg voor migrantenouderen.
Hoe vraag je om hulp en aan wie?
Dat begint bij de informatievoorziening aan oudere migranten. In Nederland zijn zorg en andere vormen van hulp vraaggericht. Veel ouderen, zeker ook oudere migranten, zijn niet gewend om om hulp te vragen. Daarnaast wordt informatie over ziekten en het zorg- en welzijnsaanbod zeer talig aangeboden. Dat is voor mensen die wel zijn opgegroeid met de Nederlandse taal al een uitdaging. Dit maakt het heel moeilijk voor oudere migranten om een zorgvraag te verwoorden. Wat moet je vragen als je niet weet wat er nodig is of wat er beschikbaar is?
De ouders van een Turks-Nederlandse vrouw kregen beiden de diagnose dementie, maar ze hoorden pas jaren later dat er casemanagers bestaan.
Nog een stap terug: bij wie kun je terecht met een vraag? Daar is onder zowel autochtonen als mensen met een migratieachtergrond veel onwetendheid over. Zo vertelde een Turks-Nederlandse vrouw uit Zwolle dat haar beide ouders de diagnose dementie kregen, maar ze wisten niet van het bestaan van casemanagers. Daar kwamen ze pas jaren later achter. Al die tijd hebben ze hun vragen niet altijd aan de juiste zorgverlener kunnen stellen. Ook aan de zorgkant gaat dit weleens mis. We weten dat veel casemanagers nog zoekend zijn in hoe ze migranten kunnen helpen. Bovendien worden professionals met een Marokkaanse achtergrond weleens gevraagd mee te denken bij Turks-Nederlandse ouderen, ondanks de significante culturele en taalverschillen.
Het komt vaak voor dat oudere migranten bij de verkeerde zorgprofessional terecht komen. Omgekeerd zijn er veel zorgprofessionals die deze mensen nooit zien, terwijl zij juist nodig zijn om een oudere migrant te helpen. Persoonsgerichte zorg wordt erg lastig als een zorgvraag niet de juiste zorgverlener bereikt.
Diversiteitsbeleid moet zorgverlener steunen
Een andere drempel is het huidige zorgaanbod. Dat sluit nog te beperkt aan bij de behoeften van oudere migranten en is niet toegerust op het omgaan met nieuwe dilemma’s en cultuursensitieve vraagstukken. Persoonsgerichte zorg met cultuursensitieve aandacht vereist een duidelijk en sterk beleid vanuit de organisatie waar de zorgverlener werkt. Beleid dat gestimuleerd moet worden vanuit lokaal en landelijk bestuur.
Zo is het goed als zorgverleners gesteund worden om echt het gesprek aan te gaan met een oudere migrant en zijn familie. De gesprekslijst Zorgen doe je Samen helpt daarbij. Verpleegkundigen en thuiszorgmedewerkers die het gesprek aangaan en van de lijst gebruik maken, geven aan dat ze hun cliënt beter begrijpen en ze zorg beter kunnen laten aansluiten. “Eerder vroeg ik me af hoe ik met haar om moest gaan”, zegt een verpleegkundige. “Ik dacht: mevrouw, waarom doet u zo?! Nu begrijp ik haar beter.”
Samenwerking met familie en mantelzorgers
Dit verbetert bovendien de samenwerking met de familie en het geeft mantelzorgers vertrouwen. Zo legt een mantelzorger uit: “Mijn vader eet geen schaaldieren. Als hij dan aan het dementeren is en hij vraagt er ineens wel een keer om, zou je het hem dan moeten geven? Ook al hij vraagt hij het, het is voor hem belangrijk dat je het hem niet geeft. Het is goed om daar rekening mee te houden en dat soort zaken te bespreken.”
Deze gesprekken moeten worden aangemoedigd en gefaciliteerd vanuit de organisatie. Nu voelen zorgprofessionals zich geregeld onthand in de zorg aan oudere migranten. Ze ervaren bijvoorbeeld schroom om vragen te stellen over de gewoonten, of om door te vragen na een sociaal wenselijk antwoord van de cliënt en betrokken familieleden. Want op enkele uitzonderingen na heeft het gros van de Nederlandse organisaties nog geen duidelijk diversiteitsbeleid. Hierdoor moeten zorgprofessionals in voor hen onbekende of lastige situaties zelf beslissingen nemen waar zij niet op zijn voorbereid en waarin ze wellicht niet worden gesteund.
Meer scholing voor zorgverleners
Dat brengt me bij de derde drempel voor goede persoonsgerichte zorg aan oudere migranten: de toerusting van de zorgverlener zelf om de juiste persoonsgerichte zorg te geven.
Hiervoor is meer nodig dan een open houding en het loslaten van aannames – voor ieder mens al een uitdaging. Je moet oprechte interesse kunnen tonen in een ander, vragen durven stellen, je kunnen aanpassen aan de (gezondheids)vaardigheden van patiënten. Dat vraagt veel van de communicatievaardigheden van een zorgverlener. Het zijn vaardigheden die ze meestal niet of beperkt meekrijgen in hun opleiding. Laat staan dat ze zonder hulp van beleidsmakers en de organisaties waarvoor zij werken voldoende tijd, ruimte en middelen hebben om die vaardigheden in praktijk te brengen.
Anders blijft persoonsgerichte zorg een illusie. Zeker als het gaat om de groeiende groep oudere migranten die zorg nodig heeft.
Als zorgverleners niet de juiste ondersteuning en de juiste (na)scholing krijgen; als bij zorginstellingen en -organisaties geen duidelijk en sterk beleid is voor de inrichting van cultuursensitieve zorg; als beleidsmakers niet van een breed gedragen wens een concreet actiepunt maken, blijft echt persoonsgerichte zorg een illusie. Zeker als het gaat om de groeiende groep oudere migranten die zorg nodig heeft.
Zo nemen we drempels voor persoonsgerichte zorg weg
Neem actie. Geef aandacht aan persoonsgericht en cultuursensitief werken in zowel het medisch onderwijs als in de weerbarstige praktijk. Stel middelen, ruimte en tijd beschikbaar voor de ontwikkeling en het doorvoeren van een beleid op diversiteit onder cliënten zorg bij zorgorganisaties. Wacht niet op een zorgvraag, maar ga proactief en zonder aannames achter de wensen en behoeften van patiënten en cliënten aan. Maak gebruik van beschikbare (migranten)netwerken. Draag bij aan het broodnodige eenvoudige voorlichtingsmateriaal voor professionals, vrijwilligers en de mensen om wie het gaat.
Laten we samen de bestaande drempels wegnemen en de weg vrij maken voor effectieve persoonsgerichte zorg. Zodat straks iedereen in Nederland, ongeacht achtergrond, zijn of haar oude dag op een waardige manier beleeft.