Als het over (besparen van) geld in de zorg gaat, betalen mensen in kwetsbare posities de hoogste rekening
Terwijl de kiezer de zorg steevast benoemt als één van de belangrijkste verkiezingsthema’s, gaat het er in de campagne nauwelijks over. De keuzes die moeten worden gemaakt om onze gezondheidszorg overeind te houden zijn zo enorm, dat politici er liefst met een grote boog omheen lopen. Maandag 13 november, tijdens het Grote Zorgdebat, kreeg de zorg wél de aandacht die ze verdient.
Diezelfde avond pleitte Wouter Bos (tegenwoordig bestuursvoorzitter bij Menzis) bij Op1 voor innovaties om het tekort aan zorgpersoneel en geld op te vangen. Als voorbeeld noemde hij de razendsnelle introductie van beeldbellen in coronatijd. Dit soort innovaties helpen, maar helaas niet voor iedereen! Bos ging bijvoorbeeld voorbij aan de oversterfte onder mensen uit kwetsbare sociaal economische posities en aan de wachtlijsten met ‘inhaalzorg’, waar ver na de corona-tijd nog steeds mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden de grote meerderheid vormden.
Van alle kanten wordt gewaarschuwd voor de ontoegankelijkheid en onbegrijpelijkheid van de zorg voor Nederlanders die laaggeletterd zijn, of digitaal niet zo vaardig. Denk aan mensen met een praktische opleiding, ouderen en migranten. Maar als er verkiezingen komen en er bezuinigd moet worden, dan worden deze mensen als eerste over het hoofd gezien. Dan gaat het niet meer om de vragen waar ze tegenaan lopen, maar om efficiency. Dan willen politici en beleidsmakers ons met digitale oplossingen uit de maatschappelijke problemen innoveren. Ook maandagavond schermden zij met digitaal doktersbezoek, met beeldbellen en andere innovaties die menskracht, geld en tijd besparen. En niet met een gedegen lange-termijn-visie op het verkleinen van onnodige gezondheidsverschillen.
Politici rekenen zich té rijk met digitale besparingen. Maar wie betaalt de rekening? ‘Politiek goedkoop’ lijkt ‘reële duurkoop’ voor 2,5 miljoen mensen in Nederland die moeite hebben met het begrijpen van de zorg, met lezen en schrijven. Bijna 1 op de 5 mensen boven de 12 jaar heeft beperkte digitale vaardigheden. Mensen in stressvolle sociaal economische posities hebben vaker beperkte gezondheidsvaardigheden. Ze gaan gemiddeld 4 jaar eerder dood en krijgen 15 jaar eerder gezondheidsproblemen dan mensen in niet stressvolle sociaal economische posities.
De ook maandag weer geopperde digitale tovermiddelen zijn geen tovermiddelen. Corona heeft ons geleerd wat er fout gaat als we te veel vertrouwen op de digitale vaardigheden van alle Nederlanders. Als we uitgaan van ‘one size fits all’ vergroten we de gezondheidsverschillen en leggen we de rekening bij de groep die al onder rekeningen gebukt gaat. Het ontwikkelen van beleid doe je niet met oogkleppen op, zonder te leren van het verleden, vanuit een ivoren toren. Bij het implementeren van digitale oplossingen, interventies en richtlijnen moeten we de mensen betrekken die steeds weer aan het kortste eind trekken.