Praktijkvoorbeeld Kansrijke Start

Monitoring en evaluatie Kansrijke Start in Utrecht: samen leren en verbeteren

De gemeente Utrecht zet zich in voor een kansrijke start voor alle kinderen in Utrecht, samen met professionals, vrijwilligers en ervaringsdeskundigen. Op zowel wijk, als stedelijk- en regionaal niveau hebben zij een beweging in gang gezet die ervoor moet zorgen dat alle kinderen in Utrecht een kansrijke start krijgen. Monitoring en evaluatie van die beweging is van groot belang. Wat gaat goed en wat kan beter? Samen leren en verbeteren staat hierbij centraal.

Geboortezorgnetwerken

Een voorbeeld van de samenwerking op wijkniveau, zijn de geboortezorgnetwerken. “In de wijken Overvecht en Lombok zijn professionals een paar jaar geleden gestart met een geboortezorgnetwerk, bestaande uit onder andere een:

  • huisarts;
  • verloskundige(n);
  • jeugdgezondheidszorg-verpleegkundige(n);
  • buurtteammedewerker(s).

Inmiddels zijn ook soortgelijke netwerken gestart door professionals in de wijken Kanaleneiland, Noordwest, Leidsche Rijn, Oost en Vleuten-de Meern. En een overkoepelend stedelijk netwerk is opgericht. Het doel van de wijknetwerken is kinderen in de meest kwetsbare situaties, de best mogelijke start van hun leven te geven, en een optimale kans op een goede toekomst. Het stedelijk netwerk heeft als doel de wijknetwerken van elkaar te laten leren, aan de hand van thema’s en vraagstukken uit de wijk.”

Aan het woord is Anna Jansma, onderzoeker bij het Verwey-Jonker instituut. Ze is bij de gemeente Utrecht aan zet om Kansrijke Start kwalitatief te monitoren en te evalueren.

“Het doel is dat de netwerken, eens in de zoveel tijd en op een voor hen passend moment, stilstaan bij wat goed gaat en wat verbeterd kan worden. Samen leren en verbeteren staat daarbij centraal.”

Anna Jansma, onderzoeker bij het Verwey-Jonker instituut

Verhalen verbeteren samenwerking

De meeste geboortezorgnetwerken komen eens in de vier of zes weken samen om voorbeelden uit de praktijk te bespreken, en/of thema’s, zoals stress-sensitief werken en samenwerken met het ziekenhuis. Daaruit komen altijd punten naar voren die goed gaan en punten die beter kunnen. De meeste netwerken gaan ook met elkaar in gesprek over cijfers over de eerste duizend dagen, specifiek voor de wijk of buurt waarin het netwerk actief is. “Herkennen zij deze cijfers? Wat is er nodig om die cijfers te verbeteren? Verzamelde gegevens – over bijvoorbeeld het aantal kinderen met een laag geboortegewicht en vroeggeboorte – worden hierdoor aangevuld met verhalen uit de wijk.” De verhalen vinden ze in Utrecht minstens zo belangrijk als de cijfers. “Ze vertellen het verhaal erachter”, geeft Anna aan. “En verhalen bieden vaak concrete handvatten om doelen te stellen en de samenwerking te verbeteren.”

Monitor eerste 1000 dagen van kinderen

Utrecht publiceerde een speciale uitgave van de Volksgezondheidsmonitor Utrecht over de eerste 1000 dagen. Deze geeft inzicht in de ontwikkeling en het welzijn van jonge kinderen en hun ouders in Utrecht. En geeft professionals, beleidsmakers en bestuurders informatie om in gesprek te gaan over de manier waarop zij in de wijken en stad nog meer kinderen een kansrijke start kunnen bieden.
Lees meer  over deze speciale volksgezondheidsmonitor.

Professionals zelf aan de slag met monitoring en evaluatie

De bedoeling is dat monitoring en evaluatie onderdeel wordt van de werkwijze van de wijknetwerken. “We bundelen het materiaal dat ontwikkeld is door en voor de netwerken. Zodat ze zelf met evaluatie en monitoring aan de slag kunnen en blijven. Dat kunnen handvatten zijn die helpen bij het stellen van (nieuwe) doelen. Of vragen die helpen om die doelen en de samenwerking te evalueren. De gemeente stimuleert professionals en organisaties vooral om zelf aan de slag te gaan met monitoren en evalueren. Het gaat erom dat de netwerken in de wijk de meerwaarde inzien van regelmatige evaluatie. Zodat ze het zelf gaan en blijven doen en nieuwsgierig blijven. Lukt het om de doelen te halen? Zijn er knelpunten? Zijn er nieuwe doelen nodig? Tegelijkertijd is het een mooi moment om stil te staan bij de successen van de samenwerking.”

Monitoring en evaluatie geboortezorgnetwerken

Bij geboortezorgnetwerken wordt monitoring en evaluatie op maat ingebouwd.

“We hebben met elk geboortezorgnetwerk gesproken over wat ze willen bereiken met monitoring en evaluatie, en hoe dit past binnen hun werkwijze. We hebben samen met hen materiaal ontwikkeld dat hierbij aansluit. Dat materiaal kan dus per netwerk verschillen.” Gekeken wordt nog hoe (aanstaande) ouders betrokken kunnen worden bij de evaluatie en monitoring. “Bij bespreking van de casuïstiek wordt het perspectief van moeder en vader erbij gehaald, maar dat gebeurt nu vooral nog via verhalen van de professionals.”

Nu Niet Zwanger

Ook het team van Nu Niet Zwanger (NNZ) en het team dat vanuit de gemeente dagelijks werkt aan de speerpunten en actielijnen van Kansrijke start, besteden aandacht aan (kwalitatieve) monitoring en evaluatie. “De inhoudelijk coördinatoren van NNZ gaan bijvoorbeeld ieder kwartaal in gesprek met hun aandachtsfunctionarissen. Ze bespreken dan hoe de implementatie en uitvoering van NNZ verloopt in hun organisatie. Dit geeft hen informatie over wat er nodig is om dit (nog) beter te laten verlopen. Het gemeentelijk team evalueert aan de hand van de speerpunten en actielijnen van Kansrijke Start: wat is bereikt? Maar ook: wat is nog niet gelukt en wat is er nodig om dit te bereiken? Ook hier staat ‘samen leren en verbeteren’ centraal. Het gaat erom wat er wordt geleerd van de samenwerking en wat nog verbeterd kan worden.”

Bekijk de factsheet met de resultaten van gesprekken met de aandachtsfunctionarissen.

Tip

Ook andere samenwerkingsverbanden die werken aan Kansrijke Start kunnen aan de slag met het monitoren en evalueren van hun aanpak. Bekijk de website van Kansrijke Start Utrecht voor meer informatie en materiaal rond wijknetwerken.

Naar boven