Infosheet
Regionaal samenwerken aan een Kansrijke Start
Regionaal samenwerken aan Kansrijke Start levert een belangrijke bijdrage aan een goede start van gezinnen in een kwetsbare situatie. Veel gemeenten werken op dit moment al regionaal samen aan een Kansrijke Start aanpak, onder andere vanwege overlappende werkgebieden van betrokken partners. Naast overlappende werkgebieden hebben gemeenten vanuit het IZA de opdracht om een ketenaanpak Kansrijke Start in te richten wat eveneens vraagt om een samenwerking op regionaal niveau.
Regionaal ten dienste van het lokale
Samenwerken op regionaal niveau heeft meerwaarde vanwege overlappende werkgebieden van betrokken partners, vergelijkbare problematieken tussen gemeenten, wensen om krachten te bundelen, om van elkaar te leren en het maken van (keten)afspraken met partijen die (sub-)regionaal werken. Belangrijk bij een regionale samenwerking Kansrijke Start is dat deze bijdraagt aan wat er lokaal voor (aanstaande) gezinnen in een kwetsbare situatie nodig is. De wijk is de plek waar deze gezinnen leven, wonen en werken. Dat vraagt om een aanpak die bij hun leefwereld en behoeften past, met lokale oplossingen. Daarnaast lenen niet alle vraagstukken zich voor regionale samenwerking, denk bijvoorbeeld aan het inzetten van informele steun of wijkgericht werken. Bovendien is het belangrijk om gemaakte afspraken op regionaal niveau te borgen in de lokale praktijk, zodat professionals lokaal ook uitvoering kunnen geven aan de afspraken.
Lokaal samenwerken blijft daarom noodzakelijk om te komen tot een aanpak die effect heeft op de (aanstaande) gezinnen. Zet daarom in op het vormen en een lokale coalitie die overzicht heeft van lokale (domeinoverstijgende) vragen en knelpunten van de betreffende gezinnen, het informele netwerk en professionals. Werk daarnaast lokaal aan de relatie tussen professionals en vrijwilligersinitiatieven, dit is nodig voor een goede samenwerking rondom gezinnen.
Mogelijkheden om regionaal samen te werken
Vanaf de start van het actieprogramma Kansrijke Start experimenteren diverse gemeenten met regionale samenwerking. Dit gebeurt op verschillende niveaus; provinciaal, in een GGD regio, een VSV-regio of subregionaal (2 of 3 gemeenten samen). Inmiddels zijn gemeenten in het kader van het Integraal Zorgakkoord verplicht om vorm te geven aan regionaal samenwerken. De wijze waarop regionaal wordt samengewerkt of op welke manier dit wordt gestart, verschilt sterk van regio tot regio.
Los van met wie en op welke schaal gemeenten regionaal met elkaar samenwerken, zien we in de praktijk 3 hoofdlijnen waarlangs gemeenten of coalities elkaar weten te vinden:
- Gemeenten wisselen uit, leren van elkaar en delen best practices en pakken overlappende problematiek/vraagstukken samen op.
Dit kan bijvoorbeeld door:
– vraagstukken zoals armoede of laaggeletterdheid die in de hele regio spelen, waarbij regionale partners nodig zijn om op te lossen, gezamenlijk te verkennen en op te pakken. Gebruik hiervoor beschikbare bronnen zoals de lokale indicatorenset, waarstaatjegemeente.nl of vraag dit na bij de lokale coalities.
– het delen van lokaal ontwikkelde best practices, bijvoorbeeld zorgpaden of lokale samenwerkingsafspraken, zodat andere gemeenten daar profijt van kunnen hebben. - Gemeenten bundelen hun krachten als gesprekspartner voor regionaal georganiseerde partijen om met hen eenduidige regionale afspraken maken.
Dit kan bijvoorbeeld door:
– afspraken te maken met de (dominante) zorgverzekeraar over bijvoorbeeld inkoop, preventie en innovatie. Denk hierbij aan de samenstelling van de gemeentepolis, het aanbieden van verlengde kraamzorg en het vergoeden van anticonceptie.
– het maken van eenduidige samenwerkingsafspraken, bijvoorbeeld over overdracht, tussen regionale zorgaanbieders. Denk hierbij aan afspraken tussen een ziekenhuis en de regionaal opererende jeugdgezondheidszorgorganisatie (JGZ), of tussen een regionale kraamzorgaanbieder en de JGZ.
– afspraken te maken over de uitvoering van het prenataal huisbezoek dat door alle JGZ-aanbieders wordt uitgevoerd. - Gemeenten en coalitiepartners bundelen krachten door gezamenlijke financiering/subsidieaanvraag te doen voor onder andere gezamenlijk onderzoek, interventies of deskundigheidsbevordering of een regionale trekker.
Dit kan bijvoorbeeld door:
– afspraken met regionale partners en gemeenten over de inkoop van een gezamenlijke training, of deskundigheidsbevordering bij een gezamenlijke behoefte.
– in gesprek met provincie over financiering om een interventie in de regio te kunnen implementeren.
– de kansrijke start middelen te bundelen ten behoeve van de inzet van een (externe) procesbegeleider voor de regionale samenwerking. Zoals in de Achterhoek de gemeenten hun krachten hebben gebundeld voor een projectleider van het preventieplatform Jeugd.
– Een samenwerking gericht op preventie in de hele provincie waaraan gemeenten, zorgverzekeraar en zorg- en welzijnspartners en vertegenwoordiging vanuit de lokale coalities deelnemen. Zoals in Friesland.
In Zeeland werken alle gemeenten aan lokale coalities. Daarnaast zijn ze sinds 2022 ook in gesprek met elkaar op provinciaal niveau. Twee keer per jaar houden ze elkaar op de hoogte van ontwikkelingen in de lokale coalities en leren daarin ook van elkaar. Daarnaast verkennen en bespreken zij gezamenlijke thema’s en issues zoals samenwerken met de zorgverzekeraar, de ontwikkeling van zorgpaden en het maken van afspraken met regionale partners zoals de Jeugdgezondheidszorg en het Verloskundig Samenwerkingsverband. Ook is er een online platform Kansrijke Start gelanceerd via 1SociaalDomein waar professionals en beleidsmedewerkers informatie, ervaringen en vragen rond Kansrijke Start kunnen delen.
Stappen om te komen tot regionale samenwerking
Als er initiatieven in de regio zijn op het gebied van regionaal samenwerken kun je als gemeente daarbij aansluiten en onderzoeken of Kansrijke Start geagendeerd is. Als er een nieuwe samenwerking opgestart moet worden doorloop dan de volgende stappen:
- Ga voor jezelf na of er kansen liggen voor regionale samenwerking zoals het inzetten op een gezamenlijk thema, financiering van een interventie of deskundigheidsbevordering. Ook de inrichting van een regionale preventie infrastructuur is zo’n kans.
- Bespreek met regionale coalitiepartners en/of omliggende coalities/gemeenten of er voor hen (ook) een aanleiding of behoefte is om regionaal samen te werken en wat de aanleiding voor hen is. Kijk daarbij naar vraagstukken of thema’s waarvan het meerwaarde heeft om gezamenlijk en regionaal op te pakken. Als input voor dit gesprek kun je vooraf de lokale en regionale situatie in beeld brengen. Kijk hiervoor naar: bestaand beleid en visies, cijfers, partners (werkgebied, belangen, in welke netwerken/overleggen zitten ze aan tafel, wie heeft contacten, wat is kwaliteit van de relaties, deelname aan lokale coalities), relevante samenwerkingsverbanden, en historie van regionale samenwerking.
- Keuze van de vraagstukken en welke partners daarbij horen.
Bespreek samen welke vraagstukken zich lenen voor regionale samenwerking, en welke partners je daarbij (aanvullend) nodig hebt. Nodig hen uit. Gemeenten werken samen met o.a. GGD, verloskundig samenwerkingsverbanden (vsv), kraamzorgorganisaties, ziekenhuizen en/of zorgverzekeraar, welzijnsorganisaties en de Jeugdgezondheidszorg. Werk hierbij ook samen met ervaringsdeskundigen en het informele netwerk. - De samenwerking concreet maken.
– Bespreek met de partners met welke vraagstukken je aan de slag gaat en welke insteek wordt gekozen: gaat het om kennis delen en leren van elkaar, het bundelen van krachten voor gezamenlijke financiering of als gesprekspartner voor regionaal werkende partners. Houd bij de bespreking hiervan rekening met de verschillende belangen, verwachtingen en wensen van betrokken partijen. Niet iedereen kan en wil in dezelfde mate en op dezelfde manier bijdragen.
– Bespreek vervolgens hoe de samenwerking eruit zou moeten zien en maak dit concreet. Denk hierbij aan: op welke schaal, in welke structuur, met welke intensiteit, welke frequentie, wat wordt de agenda en wie neemt regie?
– Creëer ook helderheid over rollen en verantwoordelijkheden in het samenwerkingsverband. Denk hierbij aan voorzitterschap, terugkoppeling naar lokale coalities en achterban, agenderen en uitwerken van vraagstukken.
– Maak afspraken over de wijze waarop bestuurlijk commitment en draagvlak vanuit de verschillende organisaties voor deelname aan regionale samenwerking georganiseerd kan worden.
– Maak afspraken over financiering en budget. Houd hierbij rekening met regionale en lokale plannen.
– En maak afspraken over de randvoorwaarden:
o tijdinvestering van deelnemers aan het regionale samenwerkingsproces;
o vervanging bij afwezigheid;
o eventueel vergoeding bij deelname. - Maken en uitvoeren van een regionaal plan van aanpak (optioneel – afhankelijk van je doelstellingen-)
– Werk met elkaar toe naar een plan en uitvoering van het plan. Zorg hierbij voor draagvlak op alle lagen in de organisaties, en voldoende mankracht voor de uitvoering.
– Blijf bij de uitvoering van het plan de verbinding zoeken met lokale coalities en de professionals in de uitvoering. Welke knelpunten of oplossingen in de lokale situaties kunnen regionaal geagendeerd worden? - Borgen, monitoren en evalueren van de samenwerking.
– Denk met elkaar na over het doel en de manier waarop je je samenwerking en aanpak wil monitoren en evalueren. Door regelmatig met elkaar stil te staan bij de voortgang en de onderlinge samenwerking, houd je elkaar scherp en geef je ruimte om knelpunten op inhoud of in de samenwerking te bespreken en op te lossen.
– Maak onderscheid tussen monitoren en evalueren op proces- en uitkomstniveau, en gebruik hiervoor zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens.
– Zorg voor goede communicatie zodat alle partijen betrokken en op de hoogte blijven van de ontwikkelingen.
Aandachtspunten bij regionaal samenwerken
- Maak verbinding tussen lokaal en regionaal
– Maak afspraken over wie de lokale coalitie vertegenwoordigd in het regionale samenwerkingsverband.
– Maak afspraken hoe regionale organisaties, zoals kraamorganisaties of ziekenhuizen, vertegenwoordigd worden in de lokale coalities. - Voed de regionale agenda vanuit de verschillende perspectieven
– Ga na welke lokale afspraken/interventies/projecten/werkwijzes opgeschaald kunnen worden naar regionaal niveau, zodat meerdere gemeenten ervan kunnen profiteren.
– Maak afspraken over hoe lokale coalities structureel hun belangrijke issues en accenten kunnen agenderen binnen de regionale samenwerking. - Vertaal/implementeer regionale afspraken
– Draag er zorg voor dat de lokale coalitie en samenwerkingspartners de regionale afspraken inbedden en dat de professionals ermee gaan werken.
– Zorg ervoor dat regionale samenwerkingspartners hun eigen achterban/medewerkers informeren en faciliteren om de gemaakte afspraken in de praktijk te kunnen brengen. - Bewaak het proces van samenwerking en de randvoorwaarden
– Wees alert op verschillen tussen gemeenten en partners in de regionale samenwerking: er zijn verschillende belangen, behoeften, financieringsstromen, verschillen in tempo en omvang tussen coalities. Soms ervaren deelnemers te weinig meerwaarde van de regionale coalitie, terwijl ze vaak wel meebetalen. Zorg ervoor dat iedereen iets te halen/ te brengen heeft of werk in deelgroepen/ sub-coalities. Bespreek dit met elkaar.
– Investeer in de onderlinge relatie: leer elkaar kennen, leer de wereld van de ander kennen, verdiep je in elkaars taal en cultuur; dit creëert vertrouwen en een basis om samen verder te bouwen.
– Zorg dat er een regionale procesbegeleider is die partners bij elkaar brengt, zaken agendeert en het proces in gang zet en houdt. In meerdere regio’s zijn hiervoor de Kansrijke Start middelen ingezet. Begeleiders worden vaak extern geworven en zijn vaak onafhankelijk.
Zorg dat er bij het maken van regionale afspraken ruimte (flexibiliteit in afspraken en budget) blijft voor de lokale behoeften/aandachtspunten van de doelgroep, het informele netwerk en (semi-)professionals.