Praktijkvoorbeeld Kansrijke Start
In gesprek met ouders over aanbod van Kansrijke start Den Haag
Met ‘Haagse Kansrijke Start’ boekte Den Haag de afgelopen jaren positieve resultaten om meer kinderen een goede start te geven. Tijd om het aanbod te toetsen, de verbinding tussen sociaal en medisch domein nader te versterken en gericht verder te ontwikkelen. Voor die doorontwikkeling werden gesprekken met ouders georganiseerd. Welke behoefte aan ondersteuning hebben (aanstaande) ouders met kinderen tot twee jaar? En hoe kunnen we die laagdrempelig realiseren, ook voor deze doelgroep ouders in een kwetsbare situatie? In samenwerking met de Haagse Hogeschool werden achttien ouders met een afspraak bij het consultatiebureau geïnterviewd. Via het ROC Mondriaan gaven acht jonge moeders input. Als resultaat kan Den Haag verder met twee nieuw ontwikkelde vormen van ouderondersteuning tijdens en na de zwangerschap: de duizend-dagen-buur-app en het digitale duizend-dagen-informatiepunt.
“Ik ben trots op onze aanpak”, zegt projectleider Haagse Kansrijke Start Ina Blom van de gemeente Den Haag onderdeel Jeugd Maatschappelijke Ondersteuning (JMO). “Vanwege de samenwerking tussen zorg- welzijnsprofessionals, vrijwilligers, onderwijs en de gemeente. En omdat we op een laagdrempelige manier 26 ouders, ook moeders in een kwetsbare situatie, wisten te betrekken bij het verder ontwikkelen van ons aanbod aan ondersteuning en voorlichting voor hen.” Ze is ervan overtuigd dat de resultaten bijdragen aan een passender aanbod voor een kansrijke start voor meer Haagse Kinderen.
Aanleiding en aanpak
Het actieprogramma Kansrijke Start in Den Haag is een samenwerking tussen de GGD Haaglanden en Jeugd en Maatschappelijke Ondersteuning (JMO), beide onderdeel van de gemeente. Toen de afdeling beleid wilde weten of het huidige aanbod nog toereikend was, wist Ina Blom dat ze voor het antwoord een brede samenwerking nodig had en dat zij vooral de ouders om wie het gaat, wilde spreken. Onderwijsinstellingen en studenten deden onderzoek bij deze ouders, de afdeling Kennis & Innovatie van de gemeente begeleidde het ontwikkeltraject, en professionals en vrijwilligers uit zowel sociaal als medisch domein gaven input en feedback.
Betrekken van ouders in samenwerking met onderwijs
In gesprek met de Haagse Hogeschool, bleek het lectoraat Jeugdhulp in Transformatie, het onderzoek onder ouders te willen doen. “Niet alleen om te weten te komen of het ondersteuningsaanbod past, maar ook hun behoefte als jonge ouder”, legt Ina de aanpak uit.
“Tweedejaarsstudenten Social Work zouden willekeurig ouders met een afspraak bij het consultatiebureau interviewen. Maar toen kwam corona en bleek deze ouders bereiken en interviewen via (video)bellen best een drempel.” Dat lukte toch door vol te houden, met achttien jonge, meestal hoogopgeleide, ouders. Vaders zijn helaas niet bereikt.
Ina vond een tweede samenwerkingspartner in het ROC Mondriaan. De coördinator van de jonge-moederklas wist acht moeders in een kwetsbare situatie te bereiken. Zij werkten mee aan dit deel van het onderzoek onder ouders, uitgevoerd door vierdejaars Social Work van verschillende Hogescholen, waaronder de Haagse Hogeschool. Met de methodiek appreciative inquiry (waarderend onderzoeken) en met de studenten als tafelbegeleiders, werd hun gevraagd naar hoe het zou zijn als zij en andere ouders in 2025 opvoedondersteuning zouden krijgen en hoe dit eruit zou komen te zien. Aan vier digitale tafels met een kleine groep professionals en vrijwilligers vertelden twee jonge moeders per tafel hun verhaal. Ondanks online was de setting intiem en kleinschalig genoeg om zich daarvoor veilig te voelen. Jonge studentes deden de interviews, wat jonge moeders als laagdrempelig ervaarden.
Inzichten uit onderzoek onder ouders om wie het gaat
- Als ouders uit deze groep ergens mee zitten qua opvoeding of ouderschap, dan vragen ze eerst hun moeder, zus of buurvrouw voor hulp of steun. Daarna checken ze internet en pas daarna komt een professional in beeld.
- Opvoedondersteuning of -trainingen in de vorm van zeven avondbijeenkomsten op een locatie passen deze ouders niet (meer). Filmpjes, een webinar of andere digitale, kortdurende ondersteuning en voorlichting sluiten beter aan bij hun behoefte.
- Meedoen aan het onderzoek vonden deze ouders leerzaam. En fijn om zo met hun verhalen en ervaring iets voor andere moeders in vergelijkbare situaties te kunnen betekenen. Het was voor hen een positieve ervaring dat zoveel professionals echt luisterden, in hun verhaal geïnteresseerd waren en om als gelijkwaardige gesprekspartner aan tafel gezien te worden.
Doorontwikkelen tot een passend aanbod
De kernwoorden uit het onderzoek waren: laagdrempelige en dichtbij. Maar hoe maak je dat concreet? Samen met zorg- en welzijnsprofessionals en begeleid door innovatie-adviseurs van de gemeente, kregen ideeën tijdens een zogenaamde design sprint in enkele dagen richting en vorm. Ina vertelt hoe deze sprint begon. “Om de groep om wie het gaat goed voor ogen te houden, vertelde een jonge moeder haar verhaal. Een jeugdverpleegkundige bracht twee praktijkvoorbeelden in en we bekeken het filmpje waarin Tessa Roseboom het belang van de eerste duizend dagen benadrukt.”
Een digitale tekenaar legde de belangrijkste uitkomsten visueel vast in een praatplaat: voor elke aanstaande en jonge ouder een buddy en kanaliseer de warboel aan informatie rondom ouderschap en opvoedondersteuning op het internet. Vervolgens zijn deze in twee prototypes verder uitgewerkt om deze te testen en valideren door de eerder betrokkenen: ouders, professionals uit het sociaal en medisch domein, vrijwilligers en beleidsambtenaren. Ina: “We hebben reacties opgehaald van onze directeur, de ouders tot en met de verloskundige.”
Hoe verder?
De opbrengst is dat ouders in de toekomst eenvoudig en zelf via de duizend-dagen-buur-app hulp en ondersteuning vinden, aangeboden door een vrijwilliger in de buurt. Ina ziet het voor zich: “Bij elk contactmoment voor, tijdens en na de zwangerschap als ergens in de geboorteketen gevraagd wordt naar hoe het staat met iemands netwerk, kan deze app aangeraden worden. En via het duizend-dagen-infopunt kunnen ouders gemakkelijk(er) betrouwbare informatie vinden. Of dat een app wordt of een website onderzoeken we nog. We sluiten het liefst aan bij wat er al is.”
Kansrijke Start werkt de resterende maanden van 2021 de prototypes uit om dit doorontwikkelde aanbod te realiseren. “Het is echt belangrijk dat we door kunnen”, zegt Ina , “omdat we hiermee aansluiten bij wat aankomende en ouders van kinderen tot twee jaar, speciaal die in een kwetsbare situatie, willen en zoeken qua voorlichting en ondersteuning tijdens en na de zwangerschap. Dat helpt meer Haagse kinderen bij een kansrijke start.”
Tips
- Onze samenwerking met het onderwijs kwam op gang in contact met Living labs. Op vier plekken in Den Haag komen onderwijsinstellingen, GGD en inwoners met elkaar in contact om ‘stadskwesties’ samen op te lossen. Onderzoek of jouw gemeente een vergelijkbaar initiatief of locatie kent, waar inwoners, lokale organisaties of bedrijven samenkomen en -werken.
- Sluit zoveel mogelijk aan bij bestaande samenwerkingsstructuren en netwerken, ook die van vrijwilligersorganisaties, omdat zij dichtbij inwoners staan.
- Houd vol, blijf ouders en anderen enthousiast benaderen en houd het doel voor ogen.
Contact
Heb je vragen over dit project. Neem dan contact heb met Ina Blom Voorwinden: ina.blom-voorwinden@denhaag.nl
Meer informatie
Themapagina eerste 1000 dagen van een kind
Kijk op de thema-pagina over meer verhalen en informatie over dit onderwerp.