Datum

Dakloos en het coronavirus – zorg voor mensen in sociaal ongunstige situaties

Datum

Door Maria van den Muijsenbergh

Jan (45) hoest en heeft koorts. Hij voelt zich ziek en kan bijna niet praten of bewegen. Het is begin maart en we denken aan het coronavirus als we hem zien op ons spreekuur in de daklozenopvang. Hij moet onmiddellijk naar de speciale corona-huisartsenpraktijk in de stad voor diagnose en behandeling. Als hij positief test, moet hij in strikte isolatie.

Maar Jan kent niemand die hem met de auto kan brengen. Taxi’s willen hem niet vervoeren. Ambulances ook niet, want hij heeft geen zorgverzekering en het is geen noodgeval. Het risico dat hij anderen besmet is te groot om hem met het openbaar vervoer te laten gaan. Bovendien is hij daar zelf te ziek voor. Jan kan niet in de opvang blijven. Hij deelt daar een slaapkamer met twee andere mannen en eet er met 35 andere daklozen.

De COVID-19-pandemie treft ons allemaal, de hele bevolking. Maar mensen in sociaal ongunstige situaties worden zoals altijd waarschijnlijk het hardst getroffen. In de stad waar ik werk als straatdokter, in Nederland en in de rest van de wereld. Denk aan mensen die leven in armoede, aan vluchtelingen en andere migranten, gevangenen en daklozen, zoals Jan.

Armoede, sociale uitsluiting en de leefomstandigheden die daarmee samenhangen verhogen de gevoeligheid voor een infectie. Tijdens een pandemie, zoals deze, heb je dus een verhoogd risico om ziek te worden en om te overlijden. Dit blijkt duidelijk in de VS waar (vaak arme) Afro-Amerikanen veel vaker overlijden door het coronavirus. Ook in Nederland kunnen we dit verwachten. Daarnaast lijden mensen in minder gunstige leefomstandigheden meer dan anderen onder maatregelen die tijdens deze pandemie worden genomen: thuis blijven als je geen tuin hebt, kinderen les geven als je moeite hebt met lezen of schrijven, inkomensverlies als je toch al geen reserves had.

De pandemie draagt kortom verder bij aan al bestaande sociale ongelijkheid. Daarom is het meer dan ooit belangrijk om niet alleen aandacht te hebben voor medische factoren, maar ook voor sociale factoren die invloed hebben op gezondheid én op de effecten van alle coronamaatregelen.

We zien dagelijks cijfers van het aantal mensen dat besmet is met het coronavirus en van het aantal mensen dat overlijdt. Maar gegevens over hoe het coronavirus mensen uit verschillende groepen treft, weten we nog niet, want die worden niet routinematig verzameld. Vanuit Pharos zijn we onderzoek hiernaar gestart. Zodat we snel zicht krijgen op de effecten van het virus en de maatregelen op gezondheid en welzijn, en de invloed daarbij van sociaaleconomische positie en migratieachtergrond. Duidelijk is dat die effecten er zijn en dat we daar nu naar moeten handelen.

Iedereen wordt door deze crisis getroffen, iedereen moet ook gelijke kansen krijgen op de persoonsgerichte zorg en ondersteuning die nodig zijn om deze crisis te doorstaan. In het streven naar die sociale rechtvaardigheid speelt de eerstelijn – zowel gezondheidsprofessionals als professionals uit het sociale domein – een cruciale rol. Zij hebben vaak een vertrouwensband met mensen, kennen hun achtergrond en hun leefomstandigheden.

Zij kunnen ondersteund worden in hun werk met kennis over begrijpelijk informatie over het coronavirus, kennis over de sociaaleconomische effecten op gezondheid en welzijn en hoe je daar het beste naar kunt vragen, en over effectieve zorg voor mensen met complexe sociale problemen. Ook zijn er veel initiatieven en creatieve oplossingen voor de uitdagingen van zorg op afstand. Door die gegevens, kennis en oplossingen met elkaar te delen, kunnen we de persoonsgerichte gezondheidszorg, publieke zorg en sociale zorg verbinden en versterken, zodat de pandemie de verschillen tussen groepen mensen niet vergroot.

Na een oproep aan ons netwerk van straatdokters werd onze patiënt Jan naar de coronapraktijk gebracht door twee vrijwilligers van het Rode Kruis. De gemeente gaf ons kamers in een oud gebouw waar hij in quarantaine kan. Het gaat beter met hem.

Naar boven