Infosheet
Meisjesbesnijdenis – beleid en wetgeving in Europa
Internationaal beleid
Op verschillende continenten hebben internationaal opererende organisaties als de VN en de WHO beleid ontwikkeld ten aanzien van vgv. Dit internationale beleid en de initiatieven die genomen worden in Afrika en Europa hangen nauw met elkaar samen.
Istanbul Conventie
Er bestaat nog geen specifieke Europese wetgeving op het gebied van vgv. Wel is het onderwerp in verschillende geledingen van het Europese rechtssysteem aan de orde gesteld, onder meer in de Raad van Europa en in de commissie Rechten van de vrouw en gendergelijkheid in het Europese Parlement.
Een eerste stap naar wetgeving is de Convention on Preventing and Combating Violence against Women and Domestic Violence (de Istanbul Conventie) van 2011. Dit verdrag van de Raad van Europa heeft als doel het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen (waaronder vgv). De conventie heeft een bindende juridische werking voor landen die het verdrag ondertekend hebben en schept voorwaarden voor wetgeving om vrouwen tegen alle vormen van geweld te beschermen en geweldsdelicten tegen vrouwen te vervolgen. Steeds meer landen hebben dit verdrag goedgekeurd. Op 18 november 2015 heeft ook Nederland dit verdrag geratificeerd. Het is op 1 maart 2016 in werking getreden.
In 2014 publiceerden Amnesty International en de Raad van Europa een gids om de Istanbul Conventie en de bepalingen daarin over vgv beter onder de aandacht te brengen van beleidsmakers, gezondheidszorgprofessionals en activisten.
The Council of Europe Convention on Preventing and Combating Violence against Women and Domestic Violence
A tool to end female genital mutilation (Council of Europe/Amnesty International, 2014)
Opsporing en vervolging
Veel nationale overheden hebben het besnijden van meisjes verboden. In veel landen valt dit verbod onder de algemene wetgeving, zoals ook in Nederland. Een aantal landen heeft specifieke wetgeving, zoals Zweden, Engeland, België, Oostenrijk en Noorwegen. Het rapport ‘Responding to Female Genital Mutilation in Europe’ van de ICRH uit 2009 geeft hierover uitgebreide informatie.
Responding to Female Genital Mutilation. Striking the right balance in Europe between prosecution and prevention (ICRH, 2009)
Opsporing en vervolging van vgv in Nederland heeft tot op heden niet geleid tot veroordelingen. Uit eerdere onderzoeken en publicaties is al veel bekend over de effecten van het beleid en de regelgeving op het gebied van vgv in België, Frankrijk, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk, Zweden en Duitsland. Hieruit komt naar voren dat vooral Frankrijk succesvol is in het strafrechtelijk opsporen en vervolgen van vgv. In het onderzoekrapport ‘Strafrechtelijke opsporing en vervolging van Vrouwelijke Genitale Verminking – de Franse praktijk’ wordt deze strafrechtelijke aanpak geanalyseerd.
Strafrechtelijke opsporing en vervolging van vrouwelijke genitale verminking – de Franse praktijk (WODC, Ministerie van Justitie/Boom Juridische uitgevers, 2010)
In 2016 promoveerde Annemarie Middelburg op het onderwerp vgv en mensenrechten. In ‘The Routledge International Handbook of Children’s Rights Studies’ (2016) wordt in hoofdstuk 17 dieper ingegaan op dit thema.