Praktijkvoorbeeld Welbevinden op School
Hoe word je een school waar iedereen zich welkom voelt? Deze montessorischool in Zeist gaat de wijk in
Op het Jordan Montessori Lyceum Utrecht (hierna: het Jordan) zijn maatschappelijke betrokkenheid en gelijkwaardigheid belangrijke kernwaardes. De school besteedt veel aandacht aan het welbevinden van leerlingen en personeel, en focust daarbij op het vergroten van kansengelijkheid. In de wijk waar de school staat wonen veel gezinnen met een migratieachtergrond en een lage sociaaleconomische positie. Het Jordan heeft de afgelopen jaren flink ingezet op een sterkere verbinding met de buurt, vertellen rector Geert Looyschelder en wiskundedocent Mohammed El Houfi.
Toen Geert Looyschelder 2,5 jaar geleden startte op het Jordan stond de school bij buitenstaanders bekend als ‘witte kakschool’. Die beeldvorming wil de school bijstellen, vertelt hij: “Er is niks mis met een school waar veel leerlingen zitten met hoger opgeleide ouders, maar we willen juist dat iedereen zich hier welkom voelt, ongeacht je afkomst, je religie, je seksualiteit, je sociale achtergrond. En we willen als school een afspiegeling zijn van de omgeving, van de wijk waarin we staan.”
Verbinding met de wijk
Ook binnen de school leefde het gevoel dat er meer verbondenheid moest komen met de omringende wijk. Het Jordan staat in Vollenhove, een wijk in Zeist-Noord met bewoners met veel verschillende culturele achtergronden. In de L-flat, de grootste galerijflat van Nederland, wonen veel gezinnen met een vluchtachtergrond. De school heeft geen gebrek aan aanmeldingen, maar lang niet alle toekomstige havo-vwo-leerlingen in Vollenhove vinden de weg naar het Jordan. Looyschelder: “We wisten: willen wij meer leerlingen met een niet-Nederlandse afkomst en uit een andere sociale geleding, dan moeten we de wijk in.”
De school ging actief aan de slag om het contact met de buurt aan te halen. Looyschelder sprak met de wijkmanager en zocht contact met lokale initiatieven en basisscholen. “We willen bijvoorbeeld bij de sportdag voor de brugklassen leerlingen uit groep 8 laten meelopen, zodat zij een beeld van de school krijgen.”
Het Jordan is voor iedereen
Wiskundedocent Mohammed El Houfi woont zelf in Vollenhove. Hij kent de gemeenschap en gaat samen met Looyschelder de wijk in om te vertellen wat hun school te bieden heeft. El Houfi: “Ouders uit de wijk komen hier niet. Ze zien hier veel witte kinderen, dus ze denken: mijn kind past niet op deze school. Toen ik begon op het Jordan waren mijn buren verbaasd en nieuwsgierig, ze zeiden: ‘Mogen ook Marokkaanse kinderen naar die school?’ Ik zei dan: ‘Ja, natuurlijk. Jullie moeten ook vragen stellen en je informeren. Het Jordan is niet alleen voor witte mensen, maar voor alle kinderen.”
De zoon van El Houfi haalde in 2016 zijn diploma op het Jordan: “Zijn basisschooljuf adviseerde ons deze school. In die tijd waren er maar vijf leerlingen met een niet-westerse achtergrond. In de brugklas moesten Darine en zijn klasgenoten het huis tekenen waar ze wonen. Hij moest als enige een tekening maken van een flat. Dat was pijnlijk.”
Darine vond met hulp van zijn mentor zijn weg op het Jordan en runt inmiddels zijn eigen stichting, Leren voor de Toekomst. Daarmee biedt hij huiswerkbegeleiding op onder meer het Jordan. El Houfi: “Kinderen met een niet-westerse of migratieachtergrond uit de wijk krijgen extra ondersteuning van onze leerlingen, zodat ze hun schoolcarrière goed doorlopen. Daar zitten ook basisschoolkinderen uit de buurt bij, die hopelijk zien: ik kan havo-vwo halen, en ik ben hier welkom.”
Nieuwe instroom
Inmiddels stromen er meer kinderen met een niet-westerse achtergrond de school in, ziet Looyschelder: “Nog geen honderden, maar wel tientallen. De niet-westerse ouders vragen van ons een andere benadering. Zij zijn niet altijd bekend met onze school en het Nederlandse onderwijssysteem. Mohammed en ik willen hen daarom uitleggen: wat kun je van school verwachten en wat verwachten wij van jullie als ouders? El Houfi: “Soms verwachten deze ouders dat school ervoor zorgt dat het kind zijn best doet. In Nederland gebeurt dat veel meer samen. Communicatie tussen ouders en school is belangrijk om het kind te helpen.”
Op het Jordan heeft zo’n acht procent van de leerlingen te maken met leven onder de armoedegrens. El Houfi: “We willen niet dat die kinderen zich buitengesloten voelen.” Looyschelder: “Voor die groep willen we zorgen dat er geen financiële drempels zijn. Wij hebben bijvoorbeeld een vrijwillige ouderbijdrage. Als je weinig verdient, betaal je niks, maar doe je wel alle activiteiten mee. Als je veel verdient, mag je meer betalen. Ouders die willen betalen voor een ander kind kunnen een bijdrage te doen aan het solidariteitsfonds. Zo hoeven ouders zich niet beschaamd te voelen als ze niet kunnen betalen.”
Zaadjes planten
“Laatst zijn we uitgenodigd voor een bijeenkomst in Vollenhove voor gemeenteraadsleden,” vertelt Looyschelder. “Daar kregen we te horen: ‘Jullie doen zoveel aan diversiteit, hoe hebben jullie dat omgekeerd in twee jaar tijd?’ Mijn advies: je moet beginnen met kleine dingen. Niet alle projecten zijn misschien meteen succesvol, maar je plant een zaadje.”
Zo heeft de school de Jordan Academie voor ouders, daar komen ook veel ouders uit de wijk naartoe. Looyschelder: “Binnenkort komt daar een expert vertellen over hoe je kansengelijkheid thuis bespreekbaar kan maken. En via de gemeente gaan we starten met de VoorleesExpress. Onze bovenbouwleerlingen gaan voorlezen bij peuters en kleuters van ouders met een niet-westerse achtergrond. Die jonge kinderen krijgen zo een extra impuls in hun taalontwikkeling, en onze leerlingen komen in aanraking met andere culturen. En de ouders krijgen een beeld van het Jordan.”
Meer dan alleen een diploma
“Onze visie is dat beleid van onderop moet komen. Docenten, ouders en leerlingen moeten dat naar boven brengen. Diversiteit en inclusie is van de grote thema’s in ons schoolplan voor de komende jaren. Alle docententeams gaan dat thema oppakken en daar een lijn in maken: hoe gaan we daar pedagogisch en didactisch mee aan de slag?”
En alle lespakketten en protocollen ten spijt, zegt Looyschelder: “Uiteindelijk gaat het erom hoe je als mens met elkaar omgaat. Dat is de essentie. Als je hier op school komt, dan voel je dat er aandacht voor elkaar is, respect en gelijkwaardigheid. Ik zeg altijd tegen ouders: ik wil dat een leerling van school af gaat met een diploma, én een goed ontwikkeld empathisch vermogen. Als we dat voor elkaar hebben, dan gaat onze wereld er anders uitzien. Dat is onze drijfveer. Helpen zorgen dat leerlingen goede burgers worden. Ik vind dat iedereen dat verdient.”
Werken aan kansengelijkheid is werken aan welbevinden
Thera Knopperts is adviseur gezondheidsbevordering bij de GGDrU, en werkt samen met het Jordan als Gezonde School-adviseur. “Met werken aan kansengelijkheid zet je ook in op gelijke kansen op gezond opgroeien én op een goed welbevinden”, geeft zij aan: “Dit doet de school onder andere door sterk in te zetten op een veilig schoolklimaat, welbevinden bespreekbaar te maken met leerlingen en docenten en te investeren in een sterke ondersteuningsstructuur op school.”
Om kansengelijkheid een plek te geven in het werken aan welbevinden is het van belang dat een school bewust aansluit bij bijvoorbeeld leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond en leerlingen die opgroeien in armoede, voegt Anna de Haan hieraan toe. Zij is programmacoördinator Welbevinden op School vanuit Pharos: “Door diversiteit en inclusie op te nemen in hun visie en te zorgen dat het hele team ermee aan de slag gaat, creëert het Jordan een veilig, inclusief pedagogisch klimaat – essentieel voor een goed welbevinden.”
Het Jordan werkt daarbij bovendien nauw samen met de omgeving. De Haan: “Ze betrekken de wijk en hebben een duidelijke visie op communicatie met ouders met een niet-Nederlandse herkomst, of bij wie financiële uitdagingen spelen. Het Jordan zet zich in voor de ontwikkeling van leerlingen tot empathische burgers die in contact staan met medeleerlingen uit allerlei soorten gezinnen, ook bij wie het thuis anders is dan bij henzelf. Deze werkwijze raakt volgens mij aan de essentie van werken aan welbevinden en kansengelijkheid.”