‘De verantwoordelijkheid om meisjesbesnijdenis bespreekbaar te maken ligt bij de zorgverlener’
Goede zorg voor vrouwen die besneden zijn en de preventie van vrouwelijke genitale verminking (VGV) begint bij het bespreekbaar maken, stelt Ramin Kawous, onderzoeker bij Pharos. Deze week promoveert hij aan de Erasmus Universiteit met zijn proefschrift Female Genital Mutilation / Cutting in the Netherlands. Onder begeleiding van promotoren Prof.dr. Lex Burdorf en Prof.dr. Maria van den Muijsenbergh.
Ramin heeft gedurende zijn vier jaar durende promotieonderzoek waardevolle cijfers van de omvang en risico’s van VGV in Nederland achterhaald. Cijfers die momenteel in Nederland als uitgangspunt worden gebruikt voor verder onderzoek naar VGV. Maar zijn onderzoek laat ook zien hoe meisjesbesnijdenis vaak nog een blinde vlek is voor sommige zorgverleners.
Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) in Nederland
Nederland wordt steeds diverser. En dat betekent dat zorgverleners te maken krijgen met migratiegerelateerde gezondheidskwesties als meisjesbesnijdenis. Zo zijn in Nederland bijna 41.000 vrouwen besneden blijkt uit het prevalentieonderzoek.
Toen Ramin vijf jaar geleden als onderzoeker bij Pharos begon, werd hij direct geraakt door het onderwerp. “Er wordt echt iets afgenomen van de vrouw. De praktijk van VGV berust op een sociale norm en staat symbool voor een ‘goede vrouw zijn’, maar de ingreep kan op korte en lange termijn heftige complicaties veroorzaken voor de fysieke, psychische en seksuele gezondheid.”
Wat is VGV?
Vrouwelijke genitale verminking is een ingreep aan de uitwendige vrouwelijke geslachtsorganen zonder medische noodzaak en vindt meestal plaats in de leeftijd tussen 0 en 15 jaar. Zo’n 82 procent van de besneden vrouwen in Nederland is afkomstig uit Somalië, Egypte, Ethiopië, Soedan en Eritrea en Koerdische Autonome regio in Irak. Lees meer over VGV.
Preventie van meisjesbesnijdenis belangrijk
In Nederland lopen bijna 4200 meisjes in de leeftijd tussen 0 en 19 jaar de komende 20 jaar risico om besneden te worden als de preventieve maatregelen hen niet bereiken. Dit gebeurt meestal onder sociale druk van de familie of het voltrekt zich tijdens een bezoek aan het thuisland van de familie. “Jeugdgezondheidszorg heeft de taak om ouders voor te lichten over de gezondheidsrisico’s en de strafbaarheid van VGV in Nederland. Door VGV op tijd bespreekbaar te maken kunnen zo veel gevallen voorkomen worden. Ieder meisje telt.”
Een blinde vlek voor huisartsen
VGV is vaak ook een blinde vlek voor huisartsen. Daarom moeten zij als zorgverlener zelf het initiatief nemen om het onderwerp bespreekbaar te maken, vertelt Ramin. “Wacht niet af tot de vrouw zelf het gesprek start, want zij kan vaak niet de link leggen tussen haar klacht en het feit dat ze besneden is.”
Het liefst ziet Ramin het als een vast onderdeel van de intake bij de huisarts. “Als huisarts dien je alert te zijn bij patiënten uit risicolanden. Het is een heel gevoelig onderwerp. Vraag dus op een cultuursensitieve manier of de vrouw besneden is en maak daar een aantekening van in haar dossier. Als iemand zich drie keer met een urineweginfectie meldt, kan meteen de link met VGV gelegd worden en de juiste zorg geboden worden.”
Hulpmiddelen voor zorgverleners om VGV bespreekbaar te maken
Pharos heeft verschillende hulpmiddelen ontwikkeld die zorgverleners helpen om VGV bespreekbaar te maken. Bijvoorbeeld:
- De e-learning ‘In gesprek over meisjesbesnijdenis’. Om te oefenen met gespreksvoering over meisjesbesnijdenis.
- Handreiking en onderwijsmateriaal over VGV. Voor zorgprofessionals die zorg verlenen aan vrouwen die besneden zijn.
- Een eenvoudig voorlichtingsboekje ‘ Wat kan Sara doen?’. Over problemen na meisjesbesnijdenis en wat je kan doen om je weer beter te voelen.
- De begrijpelijke brochure ‘Voor vrouwen zoals u | Zorg voor besneden vrouwen’.
- De eenvoudige brochure ‘Wat kunt u doen wanneer u klachten heeft die met meisjesbesnijdenis te maken hebben?’. Over psychosociale problemen na besnijdenis. Deze folder is beschikbaar in Nederlands, Somali, Engels en Frans.
Toekomstdromen over aanpak van VGV
Met het proefschrift heeft Ramin een grote bijdrage geleverd aan de kennis over de omvang en risico’s van VGV. “Maar het voelt nog niet af”’, zegt hij. “De onderzoeken vanuit Pharos, op basis van de behoeften van zorgverleners, blijven gewoon doorgaan. Zo zijn we op dit moment met bezig met een onderzoek waarin een werkwijze wordt ontwikkeld om VGV goed bespreekbaar te maken. En we gaan meer investeren in internationale kennisdeling. Want er valt nog zoveel te winnen op dit gebied.”
Prof.dr. Lex Burdorf en Prof.dr. Maria van den Muijsenbergh
Wat doet Pharos?
Op basis van wetenschappelijk onderzoek en kennis uit de praktijk ontwikkelen we factsheets, publicaties en toegankelijk (voorlichtings)materiaal over Vrouwelijke Genitale Verminking. Via het Focal point Meisjesbesnijdenis bieden we kennis en praktisch handelingsperspectief voor zorgprofessionals. Jaarlijks vragen we op Zero Tolerance Day (6 februari) aandacht voor de wereldwijde strijd tegen VGV.